Bone Repair

Afhankelijk van het type, de ernst van de breuk en de afstand tussen de botfragmenten, kunnen botten direct genezen door nieuw bot aan te maken op de plaats van de breuk (directe botgenezing of contactgenezing) of kunnen zij genezen in een proces zoals endochondrale botvorming (indirecte botgenezing). Directe botgenezing is in wezen botvernieuwing waarbij osteoblasten en osteoclasten gebroken structuren verenigen. Bij indirecte botgenezing is het proces gecompliceerder en vergelijkbaar met endochondrale botvorming, waarbij gebroken botten kraakbeenachtige patches vormen alvorens nieuw bot aan te groeien. In dit proces klontert bloed dat vrijkomt uit gebroken of gescheurde bloedvaten in het periost, het osteon en/of de medullaire holte tot een breukhematoom (figuur 6.5.2a). Hoewel kapotte bloedvaten de toevoer van voedingsstoffen naar de plaats van het vaatletsel bevorderen (zie het ontstekingsproces in het hoofdstuk over bloedvaten), leidt de verstoring van de bloedtoevoer naar het bot tot de dood van botcellen rond de breuk.

Figuur 6.5.2 – Fasen in het herstel van een breuk: De genezing van een botbreuk verloopt in een reeks progressieve stappen: (a) Gebroken bloedvaten lekken bloed dat klontert tot een breukhematoom. (b) Er wordt intern en extern eelt gevormd van kraakbeen en bot. (c) Het kraakbeen van de eeltplekken wordt geleidelijk geërodeerd en vervangen door trabeculair bot, waardoor de harde eeltplek wordt gevormd. (d) Remodellering vindt plaats om onvolgroeid bot te vervangen door volgroeid bot.

Binnen ongeveer 48 uur na de breuk differentiëren stamcellen uit het endosteum van het bot in chondrocyten die vervolgens een fibrocartilagineuze matrix afscheiden tussen de twee uiteinden van het gebroken bot; geleidelijk, gedurende enkele dagen tot weken, verenigt deze matrix de tegenoverliggende uiteinden van de breuk tot een inwendige eelt (meervoud = calli of eelt). Bovendien vormen de periostale chondrocyten, in samenwerking met de osteoblasten, een externe callus van kraakbeen en bot, respectievelijk, rond de buitenkant van de breuk (figuur 6.5.2b). Samen stabiliseren deze tijdelijke zachte eeltplekken de breuk.

In de loop van de volgende weken resorberen de osteoclasten het afgestorven bot, terwijl de osteogene cellen actief worden, zich delen en differentiëren in meer osteoblasten. Het kraakbeen in de eelt wordt vervangen door trabeculair bot via endochondrale ossificatie (vernietiging van kraakbeen en vervanging door bot) (figuur 6.5.2c). Dit nieuwe benige eelt wordt ook wel het harde eelt genoemd.

Na verloop van nog enkele weken of maanden vervangt compact bot het sponsachtige bot aan de buitenranden van de breuk en wordt het bot geremodelleerd in reactie op belasting (figuur 6.5.2d). Zodra de genezing en de remodellering voltooid zijn, kan er een lichte zwelling aan de buitenzijde van het bot blijven bestaan, maar heel vaak blijven er geen uiterlijke tekenen van de breuk over. Daarom wordt van bot gezegd dat het een regeneratief weefsel is dat zichzelf volledig kan vervangen zonder littekens.

Externe website


Bezoek deze website om verschillende soorten fracturen te bekijken en doe vervolgens een korte zelfbeoordelingsquiz.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.