Voorwoord.
1 Inleiding.
2 Nut en beperkingen van elektrocardiografie.
3 Elektrofysiologische principes.
De oorsprong van ECG-morfologie.
4 ECG-machines: hoe het ECG uit te voeren en te interpreteren.
5 Normale ECG-kenmerken.
Hartritme.
Ritme.
PR-interval en -segment.
QT-interval.
P-golf.
QRS-complex.
ST-segment en T-golf.
Beoordeling van de elektrische QRS-as in een frontaal vlak.
Rotaties van het hart.
Elektrocardiografische veranderingen met de leeftijd.
6 Elektrocardiografische diagnostische criteria.
7 Atriale afwijkingen.
Rechter atriale vergroting.
Linker atriale vergroting.
Biatriumvergroting.
Interatriumblok.
8 Ventrikelvergroting.
Rechterventrikelvergroting.
Electrocardiografische verschijnselen van acute overbelasting rechts.
Linker ventrikelvergroting.
Biventriculaire vergroting.
9 Ventriculaire blokkades.
Volledig rechterbundeltakblok (RBBB).
Partieel rechterbundeltakblok.
Volledig linkerbundeltakblok (LBBB).
Partieel linkerbundeltakblok.
Zonaal (divisioneel) linker ventrikelblok.
Bifasciculaire blokken.
Trifasciculaire blokken.
10 Ventriculaire preexcitatie.
WPW-type preexcitatie.
Korte PR -type preexcitatie.
11 Elektrocardiografisch patroon van ischemie, letsel en necrose.
Anatomische inleiding.
Electrofysiologische inleiding.
Electrocardiografisch patroon van ischemie.
Electrocardiografisch patroon van letsel.
Electrocardiografisch patroon van necrose.
12 Diversen.
Waarde van ECG in bijzondere omstandigheden.
ECG-patroon van slechte prognose.
ECG van elektrische alternans.
Zelfevaluatie.