Bergen Afbeeldingen

Klik door al onze Bergen afbeeldingen in de galerij.

Bergen komen over de hele wereld voor en zijn het resultaat van plaatbewegingen onder de aardkorst. Bergen kunnen in hoogte variëren van een kleine heuvel tot 8.848 meter, dat is de hoogte van de Mount Everest, de hoogste berg ter wereld. Dieren die in bergachtige streken leven, moeten niet alleen weerstand bieden aan dramatische temperatuursveranderingen, maar ook aan een lager zuurstofgehalte.

Er zijn twee hoofdtypen gebergten, namelijk gematigde gebergten en tropische gebergten. Gematigde gebergten hebben de neiging het hele jaar door vrij koud te zijn en zijn veel seizoensgebondener dan de tropische gebergten. In de lente en de zomer is er een uitbarsting van plantenleven op grote hoogte, wat planteneters aanmoedigt om de berg op te gaan. Gematigde bergen komen voor in Europa, Centraal-Azië en Noord- en Zuid-Amerika. Tropische bergen hebben een veel warmer klimaat en hebben enkele planten die speciaal zijn aangepast aan het leven op grote hoogte. Tropische bergketens zijn te vinden in Afrika, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika.

Wilde dieren die in bergachtige gebieden leven, moeten in staat zijn om met succes op grote hoogten te overleven. Elk schepsel dat in de bergen leeft, moet ook kunnen omgaan met veranderende temperaturen. Voor elke 200 meter die een dier een berg beklimt, daalt de temperatuur met 1 graad Celsius. Planten zijn zeer seizoensgebonden in de bergen en de planten die het hele jaar door voorkomen, zoals naaldbomen, moeten zeer winterhard zijn en goed tegen de kou kunnen.

Veel soorten hoefdieren en plantenetende zoogdieren zoals geiten, herten, schapen en lama’s hebben zich goed aangepast aan het leven in de bergen en grazen vaak op richels en op rotswanden. Deze herbivoren trekken in de lente en de zomer de berg op als er meer vegetatie is, en in de herfst, als het kouder begint te worden en het voedsel schaarser is, trekken zij weer naar beneden. Deze herbivoren trekken uiteraard grote roofdieren aan om berggebieden te bewonen, zoals beren, poema’s en bergleeuwen.

Er zijn ook een aantal diersoorten die niet op de bergen maar erbinnen voorkomen. Veel kleinere diersoorten hebben zich aangepast aan een leven in de veiligheid van grotten en spleten. Grotten zijn geliefde woonplaatsen voor amfibieën zoals padden en salamanders, talrijke insectensoorten, en zoogdieren zoals vleermuizen.

Hoewel de bergen zelf sterk overeind blijven, zijn er talrijke bedreigingen voor de wilde dieren die berghabitats bewonen. Ontbossing, steengroeven en de ontwikkeling van ski-resorts zijn de meest schadelijke ontwikkelingen voor de bergfauna, samen met de opwarming van de aarde en de klimaatverandering die de groei van planten op grotere hoogten beïnvloedt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.