Big Stick policy, in de Amerikaanse geschiedenis, beleid gepopulariseerd en genoemd door Theodore Roosevelt dat de Amerikaanse overheersing bevestigde toen die overheersing werd beschouwd als een morele imperatief.
Roosevelt gebruikte de uitdrukking voor het eerst in het openbaar toen hij ten overstaan van het Amerikaanse Congres pleitte voor een betere voorbereiding van de marine ter ondersteuning van de diplomatieke doelstellingen van de natie. Eerder, in een brief aan een vriend, toen hij nog gouverneur van New York was, citeerde Roosevelt zijn voorliefde voor een West-Afrikaans gezegde: “Spreek zacht en draag een grote stok; je zult ver komen.” De uitdrukking werd later ook door Roosevelt gebruikt om zijn relaties met binnenlandse politieke leiders te verklaren en zijn benadering van zaken als de regulering van monopolies en de eisen van vakbonden. De uitdrukking werd automatisch geassocieerd met Roosevelt en werd vaak gebruikt door de pers, vooral in cartoons, om in het bijzonder te verwijzen naar zijn buitenlands beleid; in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied voerde hij de Big Stick politiek (in het buitenlands beleid ook bekend als de Roosevelt Corollary to the Monroe Doctrine) om de kleine debiteurlanden die instabiele regeringen hadden te controleren.
Na zijn presidentschap, toen hij in 1914 in het tijdschrift Outlook schreef over het gebrek aan voorbereiding van België op de Eerste Wereldoorlog, keerde Roosevelt terug naar de metafoor van de big stick:
Een van de belangrijkste lessen die we uit deze oorlog kunnen trekken, is vervat in het huiselijke gezegde: “Spreek zachtjes en draag een grote stok.” Dit spreekwoord is hardnekkig slechts voor de helft geciteerd bij het bespotten van de mannen die ons nationaal belang en onze nationale eer willen beschermen. Hardnekkig heeft men getracht vol te houden dat degenen die ervoor pleiten dat ons land in staat blijft zijn rechten te verdedigen, slechts “het beleid van de grote stok” voeren. In werkelijkheid leggen wij evenveel nadruk op het feit dat het noodzakelijk is zacht te spreken; met andere woorden, dat het noodzakelijk is respectvol te zijn jegens alle mensen en scrupuleus na te laten hun geen onrecht aan te doen, terwijl wij tegelijkertijd onszelf in staat moeten houden om te voorkomen dat ons onrecht wordt aangedaan. Als een natie in die zin niet zachtjes spreekt, dan zal het beleid van de grote stok vroeg of laat zeker in oorlog uitmonden. Maar wat Luxemburg zes weken geleden is overkomen, wat China de afgelopen kwart eeuw steeds weer is overkomen, toont aan dat geen enkel zacht woord een volk kan redden dat niet met een stok achter de deur loopt.
EB Redactie