Meer nieuwsbrieven
Een ondernemende Europese ambtenaar zeilde in 1514 naar het Centraal-Amerikaanse vasteland. Hij hoopte er grote aantallen Spanjaarden te vestigen, goud te vinden, en inboorlingen te bekeren. Hij en zijn mannen kozen voor een eenvoudige aanpak.
Ze reisden ’s nachts en stopten om middernacht voor een gekozen dorp. Voordat ze naar binnen gingen, verklaarden ze luid: “Prinsen en Indianen, er is één God, één paus, en één koning van Castilië, die heer is van dit land. Kom onmiddellijk en gehoorzaam hem, of wij zullen oorlog tegen u voeren, u doden en u in slavernij brengen.”
Natuurlijk introduceerden de Europeanen hun geloof op andere manieren. Veel missionarissen leefden in armoede onder de inheemse bevolking en brachten de christelijke boodschap voorzichtig over.
Hoe reageerden de inheemse volkeren op deze zeer uiteenlopende missionaire inspanningen? Wat vonden zij van het geloof van de Europeanen en hun gezanten?
De verslagen hieronder bieden een blik uit de eerste hand op drie veel voorkomende reacties.
Houden aan het Oude Geloof
Toen inheemse Amerikanen met het christendom werden geconfronteerd, namen sommigen elementen van het christendom op in hun eigen geloof en creëerden zo een nieuw, syncretistisch systeem. Anderen verzetten zich tegen het geloof van hun veroveraars en hielden vast aan traditionele overtuigingen. Bij de Inca’s van Peru, bijvoorbeeld, werd de doop beschouwd als onderwerping aan de indringer; sommige Inca opperhoofden doodden degenen die de rite aanvaardden.
Oppositie nam echter niet altijd gewelddadige vormen aan. Kort na de val van de hoofdstad van zijn volk (Tenochtitlán), sprak een Azteekse priester in antwoord op de evangelische inspanningen van Franciscaanse missionarissen:
Onze vereerde heren, heren, geliefden, neem rust van het zwoegen van de weg, …Uit de wolken, uit de mist, uit het midden van de oceaan bent u verschenen.De Omneiteit …
Om verder te lezen, abonneer u nu. Abonnees hebben volledige digitale toegang.