Acteur-Netwerktheorie (ANT)
Acteur-Netwerktheorie suggereert dat menselijke en niet-menselijke factoren even invloedrijk zijn bij het succes van technologische innovatie en wetenschappelijke kennis-creatie. De theorie bekijkt hoe netwerken worden gevormd en hoe deze netwerken bijdragen tot deze successen. Zij suggereert dat niet één persoon of ding alleen verantwoordelijk is voor deze vooruitgang. Daarom zijn zowel een actor als een netwerk verantwoordelijk voor het bereiken van deze resultaten.

Adaptive Structuration Theory (AST)
Groepen en organisaties creëren regels en middelen die worden gedefinieerd als structuren. Deze structuren vormen sociale systemen die een eigen leven gaan leiden. De kwaliteit van de structuur beïnvloedt de besluitvorming, en besluiten beïnvloeden ook de structuur.

Agenda Setting Theory
Agenda Setting Theory stelt dat massamedia-organisaties bepalen wat de algemene bevolking als nieuwswaardig beschouwt door te bepalen hoeveel aandacht een nieuwsverhaal krijgt. De term salience transfer wordt vaak gebruikt en verwijst naar het vermogen van de media om hun agenda’s over te brengen op het publiek.

Cognitieve dissonantietheorie
Cognitieve dissonantie is het psychologische conflict dat voortvloeit uit het hebben van twee tegenstrijdige of onverenigbare overtuigingen of attitudes. Bijvoorbeeld, men kan een persoon aardig vinden, maar zijn gewoonten afkeuren. De theorie suggereert dat een persoon zoekt naar evenwicht in zijn overtuigingen. Daarom, om dissonantie te verminderen, zal men het horen van tegengestelde standpunten vermijden of zijn overtuigingen veranderen om bij zijn acties te passen.

Communicatie Accommodatie Theorie
Communicatie Accommodatie Theorie beschrijft wanneer mensen hun communicatiestijlen aanpassen of aanpassen aan anderen. Deze veranderingen in verbale en non-verbale stijlen worden op twee manieren gedaan: divergentie en convergentie. Divergentie wordt gebruikt om de groepsidentiteit te benadrukken door het benadrukken van de verschillen van de groep waarmee men zich identificeert. Divergentie wordt vaak gebruikt door groepen met een sterke etnische of raciale trots. Convergentie wordt vaker gebruikt door machteloze individuen voor sociale goedkeuring en richt zich op het afstemmen van de communicatiestijlen van de persoon met wie ze spreken.

Confirmation Bias
Confirmation Bias is een theorie die verklaart waarom mensen de wereld selectief bekijken. Het stelt dat mensen de wereld selectief blijven bekijken door informatie en media te kiezen die hun overtuigingen versterken.

Constructivisme
Mensen die cognitief complexer zijn, zullen succesvollere communicatoren zijn, omdat zij het vermogen bezitten om aangepaste en verfijnde boodschappen te creëren die meerdere communicatiedoelen nastreven.

Cultivatietheorie
Cultivatietheorie stelt dat media iemands gevoel van werkelijkheid vormen. Omdat velen informatie verwerven via gemedieerde bronnen in plaats van directe ervaring, wordt hun wereldbeeld beïnvloed door deze bronnen. De Cultivatietheorie suggereert bijvoorbeeld dat mensen die als zware televisiekijkers zouden worden gedefinieerd, de wereld als gewelddadiger zien dan hij in werkelijkheid is.

Culturele Studies
Culturele Studies theoretici suggereren dat massamedia ideologieën vertegenwoordigen van de dominante klasse in een samenleving. Zij geloven dat media worden beïnvloed door winstbejag, omdat bedrijven de media besturen. Culturele Studies theoretici zijn nieuwsgierig naar het effect van macht op cultuur.

Dramatisme
Dramatisme stelt dat het leven drama is. Daarom kan men het motief van een spreker begrijpen door middel van de dramatische pentas van handeling, scène, agent, agency, en doel. Het grootste motief van retoriek is het zuiveren van schuld, en er kan alleen sprake zijn van overtuigingskracht als het publiek zich identificeert met de spreker.

Elaboration Likelihood Model
Het Elaboration Likelihood Model kijkt naar hoe attitudes worden gevormd en veranderd. Het suggereert dat er twee routes van overreding zijn. De centrale route is die waar attitudes worden veranderd door een logisch denkproces. Deze route vergt meer aandacht, maar zorgt ook voor de grootste verandering. De perifere route gebruikt oppervlaktekenmerken, zoals de geloofwaardigheid van de spreker, om de boodschap te beoordelen. Deze route zorgt voor kleinere verschuivingen in houding.

Face Negotiation Theory
Face Negotiation Theory belicht verschillen in conflictstijl tussen collectivistische en individualistische culturen. Collectivistische culturen hechten waarde aan de groep en hanteren daarom een conflictstijl van vermijden of integreren om anderen een wederzijds gezicht te geven. Individualistische culturen hechten waarde aan het individu en in een poging het eigen gezicht te beschermen, nemen zij een dominante conflictstijl aan.

Framing
“Frames” worden gedefinieerd als de manier waarop wij media interpreteren die aan ons worden gepresenteerd, en dat deze frames functioneren als een manier om sociale betekenissen te ordenen. Aangezien de media bepalen wat wij bekijken en hoe wij het bekijken, beïnvloeden zij ook de manier waarop wij informatie interpreteren. In zekere zin vertellen ze ons waarover we moeten denken, en hoe we erover moeten denken.

Genderlect
Genderlect theorie ziet mannelijke en vrouwelijke communicatiestijlen als twee verschillende culturele dialecten – waarvan geen van beide meer superieur is dan de andere. Genderlect stelt dat deze vormen van communicatie gewoon verschillend zijn in hun focus: mannelijke conversatie is gebaseerd op het opbouwen van status en onafhankelijkheid, terwijl vrouwelijke conversatie wordt gebruikt als een manier om verstandhouding en verbondenheid op te bouwen.

Groupthink
Groupthink is wanneer groepen foute beslissingen nemen omdat ze er niet in slagen hun opties kritisch te analyseren en alternatieven af te wegen. Dit komt typisch voor in groepen met een hoge mate van cohesie, die meer bezig zijn met het handhaven van de eenheid van de groep dan met het vinden van de beste optie.

Hypodermic Needle Theory
De Hypodermic Needle Theory, ook wel bekend als de ‘magic bullet’ theorie, zegt dat de media een krachtig en direct effect heeft op het publiek door hen te ‘injecteren’ met boodschappen. De Hypodermic Needle Theory heeft niet langer het respect dat het ooit had sinds de nauwkeurigheid ervan twijfelachtig werd bevonden.

Muted Group Theory
Muted Group Theory stelt dat omdat taal door mensen is gemaakt vrouwen gereduceerd en uitgesloten blijven. Omdat woorden en normen door mannen zijn gemaakt, worden vrouwen in het openbaar benadeeld. Naarmate vrouwen minder gedempt en mondiger worden, zal de dominante positie van mannen in de samenleving afnemen.

Het Narratieve Paradigma
Het Narratieve Paradigma suggereert dat wij als volk vertellende dieren zijn. Het stelt dat we in plaats van de traditionele logica te gebruiken, meer open staan voor het beoordelen van de geloofwaardigheid van een spreker door middel van narratieve logica, die analyseert of hun verhalen goed in elkaar zitten (coherentie) en waar klinken (getrouwheid). Narratieve logica maakt het mogelijk dat mensen die niet zijn opgeleid in oreren en overtuigen toch een oordeel kunnen vellen; daardoor wordt een democratischer systeem mogelijk.

Priming
Priming verwijst naar het vermogen van de media om de interpretatie van nieuwe informatie te controleren door het publiek te voeden met eerdere informatie. Deze voorafgaande context bepaalt het referentiekader van de toehoorders, wat uiteindelijk hun oordeel beïnvloedt. De media hebben ons bijvoorbeeld voorgelicht over wat een geloofwaardig persoon is.

Proxemische
Proxemische theorie kijkt naar hoe verschillende culturen ruimte ontwikkelen en definiëren. Op een onbewust niveau internaliseren mensen drie soorten ruimte: 1) intieme ruimte: onze persoonlijke “bubbel” voor vrienden en intieme relaties; 2) sociale en consultatieve ruimte: de ruimte voor routinematige sociale interacties met kennissen en vreemden; 3) openbare ruimte: de ruimte waar onpersoonlijke en anonieme interacties plaatsvinden. Elke cultuur creëert haar eigen afstanden voor wat zij gepast vindt.

Sociale Uitwisselingstheorie
Sociale Uitwisselingstheorie stelt een ‘economische’ ruil voor in interpersoonlijke relaties. Dit betekent dat de relaties worden bevorderd door het bevredigen van elkaars eigenbelang. In deze theorie wordt eigenbelang niet als iets slechts beschouwd, maar eerder als een concept dat de relatie opbouwt.

Sociale Leertheorie
Sociale Leertheorie stelt dat mensen van elkaar leren door het observeren, imiteren, en modelleren van het gedrag, de houdingen, en de emotionele reacties van anderen. De sociale leertheorie verklaart hoe menselijk gedrag kan worden gevormd door een voortdurende wisselwerking tussen cognitieve, gedragsmatige en omgevingsinvloeden.

Sociale penetratietheorie
De sociale penetratietheorie bekijkt hoe oppervlakkige relaties evolueren tot intieme relaties. De theorie stelt dat het een geleidelijke evolutie is die voornamelijk te wijten is aan zelfonthulling tussen partijen. Maar hoewel deze zelfonthulling effectief kan zijn in het creëren van intieme relaties, kan het ook een of meer personen kwetsbaar maken.

Spiraal van Stilte
De Spiraal van Stilte theorie stelt dat mensen minder geneigd zijn hun mening te uiten als ze in de minderheid zijn. Dit komt omdat zij vrezen dat zij door de meerderheid zullen worden geïsoleerd en sociale afwijzing zullen ondergaan.

Standpunttheorie
Standpunttheorie beweert dat ieder mens in een andere rang binnen de sociale hiërarchie zit. Hierdoor bekijkt ieder persoon het sociale klimaat vanuit een ander gezichtspunt, wat slechts een kleine blik op het sociale geheel biedt. Maar de theorie beweert ook dat degenen die lager op de sociale ladder staan, eerder geneigd zijn een groter begrip te hebben van het sociale geheel, dan degenen die hoger staan.

Symbolische Interactionisme Theorie
Symbolische Interactionisme Theorie suggereert dat het concept van het zelf wordt gecreëerd door drie principes: 1) Betekenis: dat we naar en dingen handelen volgens de betekenissen die we erop toepassen. 2) Taal: dat we betekenis onderhandelen door middel van symbolen. 3) Denken: dat het denken onze interpretaties wijzigt. Symbolisch interactionisme impliceert dat zonder communicatie er geen zelfconcept zou zijn.

Theorie van Gepland Gedrag (TPB)
De Theorie van Gepland Gedrag is hetzelfde als Theorie van Beredeneerde Actie in zoverre dat het zegt dat persoonlijke attitudinale oordelen en sociaal-normatieve overwegingen iemands intenties beïnvloeden om een gedrag uit te voeren, maar TPB voegt een derde element toe: waargenomen gedragscontrole. Dit element is de perceptie van hoe gemakkelijk of moeilijk het is om het gedrag uit te voeren.

Theorie van Geredeneerde Actie (TRA)
De Theorie van Geredeneerde Actie bekijkt hoe gedrag kan worden beïnvloed door de intenties van een persoon te beïnvloeden. TRA stelt dat twee belangrijke factoren een persoon vertellen of hij een gedrag al dan niet zal uitvoeren: 1) persoonlijke attitudinale oordelen: de evaluatie van de actie; en, 2) sociaal-normatieve overwegingen: wat men gelooft dat anderen denken dat zij zouden moeten doen.

Onzekerheidsreductietheorie
Onzekerheidsreductietheorie stelt dat wanneer vreemden elkaar ontmoeten, hun primaire doel is om niveaus van onzekerheid te verminderen. Onzekerheid betekent, onzeker zijn over hoe ze zich moeten gedragen (of hoe de andere persoon zich zal gedragen), en onzeker zijn over wat ze van de andere persoon moeten denken. Bijvoorbeeld, of ze de persoon leuk vinden of niet leuk vinden. Volgens deze theorie zullen zij communicatie gebruiken om deze onzekerheid te verminderen.

Uses and Gratifications Theory
De Uses and Gratifications Theory gaat ervan uit dat het publiek actief op zoek gaat naar media om individuele behoeften te bevredigen. Met deze veronderstelling probeert de Gebruiks- en Bevredigingstheorie drie vragen te beantwoorden: wat doen mensen met de media, wat zijn hun onderliggende motieven voor het gebruik van die media, en wat zijn de voors en tegens van dit individuele mediagebruik.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.