Om de interpersoonlijke betekenis van seksuele promiscuïteit te onderzoeken, werden de relaties tussen verschillende seksuele activiteiten en het Interpersoonlijk Circumplex (IPC) onderzocht. Tweehonderdtien deelnemers (105 vrouwen en 105 mannen; gemiddelde leeftijd = 24,88 jaar) gaven aan met hoeveel mensen ze verschillende seksuele activiteiten hadden ondernomen (bijv. orale manipulatie van genitaliën, geslachtsgemeenschap, etc.). De interpersoonlijke stijlen van deze deelnemers werden ook beoordeeld aan de hand van de primaire dimensies van de IPC: dominantie en warmte. Zoals voorspeld, werd een positief lineair verband gevonden, voor mannen en vrouwen, tussen interpersoonlijke dominantie en het aantal partners dat een persoon had voor elk type van seksuele activiteit. Bovendien werd, voor zowel mannen als vrouwen, een kromlijnig verband gevonden tussen interpersoonlijke warmte en het aantal partners dat een persoon had voor elk type van seksuele activiteit. Specifiek, deelnemers die extreem warm of extreem koud waren neigden meer seksuele partners te hebben dan individuen die gematigd warm waren. Deze bevindingen breiden eerder onderzoek uit dat de eigenschappen van extraversie en aangenaamheid in het Vijf Factoren Model verbindt met seksuele promiscuïteit en helpen ook de dubbele interpersoonlijke betekenis van seksuele ervaring te illustreren.