Positieve correlatie kan worden gedefinieerd als de directe relatie tussen twee variabelen, dat wil zeggen, wanneer de waarde van een variabele toeneemt, neemt de waarde van de andere variabele ook toe. Dit bericht legt dit begrip uit in de psychologie, aan de hand van enkele voorbeelden.
“De consumptie van ijs (pinten per persoon) en het aantal moorden in New York zijn positief gecorreleerd. Dat wil zeggen, als de hoeveelheid ijs verkocht per persoon toeneemt, neemt het aantal moorden toe. Vreemd maar waar!”
– Deborah J. Rumsey, Statistics For Dummies®
De psychologie gebruikt verschillende methoden voor haar onderzoek, en één daarvan is het bestuderen van de correlatie tussen twee willekeurige variabelen. Correlatie is niets anders dan een maat voor de mate van verband tussen twee variabelen. Het kan grafisch worden uitgezet om de relatie tussen hen te laten zien.
Wilt u voor ons schrijven? Nou, we zijn op zoek naar goede schrijvers die het woord willen verspreiden. Neem contact met ons op en we praten…
Let’s Work Together!
Correlatie bestudeert de relatie tussen twee variabelen, en de coëfficiënt kan variëren van -1 tot 1. Een positief hellend verband is niets anders dan positieve correlatie. De waarde ervan kan variëren van 0 tot 1. Positieve correlatie betekent dat er een positief verband bestaat tussen de twee variabelen, d.w.z. dat wanneer de waarde van de ene variabele stijgt, de waarde van de andere variabele ook stijgt, en het omgekeerde gebeurt wanneer de waarde van de ene variabele daalt. Correlatie wordt op vele gebieden gebruikt, zoals wiskunde, statistiek, economie, psychologie, enz.
Laten we een hypothetisch voorbeeld nemen, waarbij een onderzoeker de relatie tussen twee variabelen probeert te bestuderen, namelijk ‘x’ en ‘y’. Het voorbeeld zal u helpen begrijpen wat positieve correlatie is.
Laat ‘x’ het aantal uren zijn dat een student heeft gestudeerd, en ‘y’ zijn score op een test (maximum punten: 120). De onderzoeker neemt 20 leerlingen uit een klas, en registreert het aantal uren dat zij voor de toets hebben gestudeerd. Vervolgens registreert de onderzoeker de cijfers die de leerlingen op de toets hebben gescoord. We proberen het verband te vergelijken tussen het aantal uren dat de student aan zijn studie heeft besteed, en zijn bijbehorende score.
► De gegeven gegevens hebben betrekking op twee variabelen “x” en “y”. Er zijn 20 waarnemingen geregistreerd door de onderzoeker. Wij zullen deze punten op een grafiek uitzetten.
► Na het uitzetten van de punten op de grafiek krijgen wij een spreidingsdiagram. Het spreidingsdiagram geeft de tendens aan, en laat zien of de correlatie positief of negatief is.
► Een opwaartse tendens wijst meestal op een positieve correlatie, en een neerwaartse tendens daarentegen op een negatieve correlatie. De mate van verband zal echter telkens verschillen. Het spreidingsdiagram helpt ons dus de correlatie te visualiseren.
► In de psychologie kan correlatie nuttig zijn bij het bestuderen van gedragspatronen. Als u bijvoorbeeld wilt bestuderen of studenten die depressief zijn zakken voor hun examens of slecht scoren, kunt u uw waarnemingen plotten en de associatie tussen hen bestuderen. Als er een positieve associatie is, betekent dit dat depressieve studenten meer geneigd zijn te zakken voor hun examens.
Grafische weergave van gegevens: Scatter Diagram
Wat nemen we waar?
Wil je voor ons schrijven? Nou, we zijn op zoek naar goede schrijvers die het woord willen verspreiden. Neem contact met ons op en we praten…
Let’s Work Together!
► Na het plotten van de punten op de grafiek, kunnen we de opwaartse/stijgende trend van het spreidingsdiagram opmerken. Dit wijst erop dat naarmate de waarde van variabele “x” toeneemt, de waarde van “y” ook toeneemt. Dit wijst er dus op dat de studenten die er meer studie-uren in hebben gestoken, beter hebben gescoord in de test.
► Deze onderzoeksmethode heeft echter haar eigen beperkingen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de statistieken van 20 leerlingen in een klas met verschillende IQ-niveaus. Hoewel de hier waargenomen trend positief is, is de kans groot dat ook het IQ-niveau van die leerling een belangrijke rol kan spelen. De gevolgtrekking dat hoe meer uren je studeert, hoe beter je scoort, zou waar kunnen zijn, als wordt aangenomen dat het IQ-niveau van alle studenten gemiddeld gelijk is. Er zijn echter andere variabelen die niet kunnen worden uitgesloten, zoals het concentratieniveau van de studenten, die van invloed kunnen zijn op de scores.
Voorbeelden van positieve correlatie in het echte leven
► Als ik meer loop, zal ik meer calorieën verbranden.
► Met de groei van het bedrijf stijgt de marktwaarde van de bedrijfsaandelen.
► Als de vraag toeneemt, stijgt de prijs van het product (bij hetzelfde aanbodniveau).
► Wanneer je meer studeert, scoor je hoog op de examens.
► Wanneer je meer betaalt aan je werknemers, zijn ze gemotiveerd om beter te presteren.
► Met de toename van de consumptie van junkfood, is er een toename van obesitas.
► Wanneer je meer mediteert, neemt je concentratieniveau toe.
► Koppels die meer tijd samen doorbrengen, hebben een gezondere en langdurige relatie.
Opgemerkt moet worden dat correlatie geen oorzakelijk verband impliceert. Een direct verband of een positieve relatie impliceert niet dat zij oorzaak en gevolg van elkaar zijn. Een correlatie tussen twee variabelen helpt de onderzoeker bij het vaststellen van het verband tussen die variabelen. Statistische gegevens zijn echter gebaseerd op een steekproef, en kunnen daarom soms tot misleidende resultaten leiden. Een sterke positieve correlatie betekent niet noodzakelijk dat er een verband tussen beide is; het kan te wijten zijn aan een onbekende externe variabele. Daarom moeten onderzoekers voorzichtig zijn met statistische gegevens wanneer ze conclusies trekken.