Mensen van wie de kanker is uitgezaaid, oftewel uitgezaaid naar verafgelegen delen van het lichaam, worden meestal behandeld met chemotherapie of bestralingstherapie. Aangezien uitgezaaide longkanker zeer moeilijk te genezen is, zijn de belangrijkste doelen van de behandeling het bieden van comfort en het verlengen van het leven. De huidige behandelingen kunnen de tumoren doen krimpen, wat de pijn en andere symptomen kan verminderen.
Het wordt nu aanbevolen dat patiënten met gevorderde longkanker palliatieve zorg krijgen (zorg die is ontworpen om pijn en andere symptomen te verlichten) terwijl de kanker ook wordt behandeld. Het is aangetoond dat dit niet alleen comfort biedt, maar ook het resultaat verbetert als tegelijkertijd chemotherapie wordt gegeven.
Nieuwe gegevens suggereren ook dat chemotherapie helpt bij het voorkomen van terugkeer van longkanker bij patiënten met vroege stadia van de ziekte.
Andere behandelingen van longkanker
Onderzoekers zijn voortdurend op zoek naar betere manieren om longkanker te behandelen, de symptomen te verlichten en de kwaliteit van leven te verbeteren. Er wordt voortdurend onderzoek gedaan naar nieuwe combinaties van chemotherapie, nieuwe vormen van bestraling en het gebruik van geneesmiddelen die kankercellen gevoeliger maken voor bestraling.
Stereotactische radiochirurgie en radiofrequente ablatie zijn gebruikt om vroege longkankers te behandelen bij mensen die niet met een operatie kunnen worden behandeld. Dit type therapie kan ook worden gebruikt voor de behandeling van gelokaliseerde tumoren die terugkomen.
Geneesmiddelen die zich richten op een groeifactorreceptor (EGFR) zoals afatinib (Gilotrif), dacomitinib (Vizimpro), erlotinib (Tarceva), necitumumab (Portrazza) en osimertinib (Tagrisso) en de bloedtoevoer van de tumor, bevacizumab (Avastin) en ramucirumab (Cyramza), hebben een aanzienlijke activiteit laten zien in het helpen bestrijden van gevorderde longkanker. Gefitinib (Iressa) is goedgekeurd voor de behandeling van uitgezaaide NSCLC en biedt een andere gerichte therapie voor tumoren met specifieke EGFR-mutaties.
Atezolizumab (Tecentriq), durvalumab (Imfinzi), nivolumab (Opdivo) en pembrolizumab (Keytruda) zijn immunotherapiegeneesmiddelen die een eiwit blokkeren dat het lichaam ervan weerhoudt kanker te bestrijden. Deze geneesmiddelen worden elke 2-3 weken via een infuus toegediend.
Van de geneesmiddelen alectinib (Alecensa), brigatinib (Alunbrig), certinib (Zykadia), crizotinib (Xalkori), en lorlatinib (Lorbrena) is ontdekt dat ze een bepaald molecuul aanvallen, een ALK-genherschikking, die bij sommige longkankers wordt gezien. Dabrafenib (Tafinlar) en trametinib (Mekinist) zijn gericht tegen bepaalde eiwitten in tumoren die veranderingen in het BRAF-gen hebben.