Volledig Beknopt

Hoofdstuk Inhoud

Een begroeting, en een verslag van de reddende zegeningen, zoals voorbereid in Gods eeuwige verkiezing, zoals gekocht door het bloed van Christus. (1-8) En zoals overgebracht in de feitelijke roeping: dit wordt toegepast op de gelovige Joden, en op de gelovige heidenen. (9-14) De apostel dankt God voor hun geloof en liefde, en bidt voor de continuïteit van hun kennis en hoop, met betrekking tot de hemelse erfenis, en tot Gods krachtige werking in hen. (15-23)

Commentaar op Efeziërs 1:1,2.

(Lees Efeziërs 1:1,2.)

Alle christenen moeten heiligen zijn; als zij op aarde niet onder dat karakter komen, zullen zij nooit heiligen zijn in heerlijkheid. Zij zijn geen heiligen, die niet getrouw zijn, geloven in Christus, en trouw zijn aan de belijdenis die zij afleggen van hun relatie tot hun Heer. Onder genade verstaat men de vrije en onverdiende liefde en gunst van God, en de genaden van de Geest die daaruit voortvloeien; onder vrede verstaat men alle andere zegeningen, geestelijk en wereldlijk, de vruchten van de eerstgenoemde. Geen vrede zonder genade. Geen vrede, noch genade, dan van God de Vader, en van de Heere Jezus Christus; en de beste heiligen hebben behoefte aan verse aanvoer van de genaden van de Geest, en verlangen ernaar te groeien.

Commentaar op Efeziërs 1:3-8

(Lees Efeziërs 1:3-8)

Geestelijke en hemelse zegeningen zijn de beste zegeningen; waarmee wij niet ellendig kunnen zijn, en zonder welke wij niet anders kunnen zijn dan ellendig. Dit was uit de uitverkiezing van hen in Christus, vóór de grondlegging der wereld, opdat zij heilig zouden worden door afscheiding van de zonde, apart gezet voor God, en geheiligd door de Heilige Geest, ten gevolge van hun verkiezing in Christus. Allen die uitverkoren zijn tot geluk als doel, zijn uitverkoren tot heiligheid als middel. In liefde zijn zij voorbestemd, of voorbeschikt, om door het geloof in Christus Jezus aangenomen te worden als kinderen van God, en openlijk toegelaten te worden tot de voorrechten van die hoge betrekking tot Hemzelf. De verzoende en aangenomen gelovige, de vergeven zondaar, geeft al de lof van zijn verlossing aan zijn genadige Vader. Zijn liefde bepaalde deze wijze van verlossing, spaarde Zijn eigen Zoon niet, en bracht gelovigen ertoe deze verlossing te horen en te omhelzen. Het was rijke genade om zo’n zekerheid te verschaffen als Zijn eigen Zoon, en Hem vrijelijk over te geven. Deze methode van genade geeft geen aanmoediging aan het kwaad, maar toont de zonde in al haar hatelijkheid, en hoe zij wraak verdient. De daden van de gelovige, zowel als zijn woorden, verkondigen de lof van de Goddelijke barmhartigheid.

Commentaar op Efeziërs 1:9-14

(Lees Efeziërs 1:9-14)

De zegeningen werden aan de gelovigen bekend gemaakt, doordat de Heer hun het geheimenis van zijn soevereine wil toonde, en de methode van verlossing en heil. Maar deze moeten voor altijd voor ons verborgen zijn geweest, als God ze niet bekend had gemaakt door zijn geschreven woord, gepredikt evangelie en Geest der waarheid. Christus verenigde de twee verschillende partijen, God en mens, in Zijn eigen persoon, en voldeed voor het onrecht dat de scheiding veroorzaakte. Hij heeft door zijn Geest die genaden van geloof en liefde teweeggebracht, waardoor wij één zijn geworden met God en onder elkander. Hij deelt al Zijn zegeningen uit naar Zijn welbehagen. Zijn Goddelijk onderricht leidde wie het Hem behaagde om de heerlijkheid te zien van die waarheden, die anderen alleen maar konden lasteren. Wat een genadige belofte is dat, die de gave van de Heilige Geest verzekert aan hen die Hem vragen! De heiligende en troostende invloeden van de Heilige Geest verzegelen de gelovigen als kinderen van God en erfgenamen van de hemel. Dit zijn de eerstelingen van heilig geluk. Hiertoe zijn wij gemaakt, en hiertoe zijn wij verlost; dit is het grote ontwerp van God in alles wat Hij voor ons gedaan heeft; laat alles toegerekend worden tot de lof van Zijn heerlijkheid.

Commentaar op Efeziërs 1:15-23

(Lees Efeziërs 1:15-23)

God heeft geestelijke zegeningen voor ons weggelegd in Zijn Zoon, de Here Jezus; maar van ons wordt verlangd dat wij ze eruit halen en ze binnenhalen door gebed. Zelfs voor de beste christenen moet gebeden worden; en terwijl wij horen van het welzijn van christelijke vrienden, moeten wij voor hen bidden. Zelfs ware gelovigen hebben grote behoefte aan hemelse wijsheid. Zijn de besten van ons niet onwillig om onder Gods juk te komen, hoewel er geen andere weg is om rust voor de ziel te vinden? Verliezen wij niet dikwijls onze vrede voor een weinig genoegen? En als wij minder zouden twisten, en meer met en voor elkaar zouden bidden, zouden wij dagelijks meer en meer zien wat de hoop van onze roeping is, en de rijkdom van de Goddelijke heerlijkheid in deze erfenis. Het is wenselijk om de machtige kracht van de Goddelijke genade te voelen, die het werk van het geloof in onze zielen begint en voortzet. Maar het is moeilijk om een ziel ertoe te brengen ten volle in Christus te geloven, en haar alles, en de hoop op het eeuwige leven, op Zijn gerechtigheid te wagen. Niets minder dan Almachtige kracht zal dit in ons bewerken. Hier wordt bedoeld dat het Christus de Zaligmaker is, die voorziet in alle noden van hen die op Hem vertrouwen, en hun alle zegeningen in de rijkste overvloed schenkt. En door deel te hebben aan Christus zelf, worden wij vervuld met de volheid van genade en heerlijkheid in Hem. Hoe vergeten zij dan zichzelf die gerechtigheid uit Hem zoeken! Dit leert ons tot Christus te komen. En als wij wisten waartoe wij geroepen zijn, en wat wij in Hem zouden kunnen vinden, dan zouden wij zeker komen en vrijers van Hem zijn. Wanneer wij onze zwakheid en de macht van onze vijanden gevoelen, zien wij het meest de grootheid van die machtige kracht, die de bekering van de gelovige teweegbrengt, en bezig is zijn verlossing te volmaken. Dit zal ons zeker door liefde dwingen om te leven tot de heerlijkheid van onze Verlosser.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.