We kunnen een goed bonenexperiment niet weerstaan. Bekijk het hieronder.
Germinatie is het proces waarbij een zaadje verandert in een zaailing. Dit proces begint wanneer een droog, slapend zaadje, zoals een kidneyboon, op een vochtige warme plaats wordt bewaard. Het zaad absorbeert water en de zaadhuid breekt open. Eerst verschijnt het begin van het wortelstelsel, dat naar beneden groeit. Dan groeit een scheut naar boven en produceert de stengel en bladeren. Deze jonge plant wordt een zaailing genoemd.
Volg de eenvoudige stappen hieronder om de groei en ontwikkeling van planten te observeren.
Nodig materiaal:
1 doorzichtige plastic plantenbeker, 7 oz.
Voldoende bevochtigde potgrond om de plastic beker te vullen
Twee kidneyboonzaden (aanbevolen kidneyboonzaden omdat ze er 4-8 dagen over doen om te ontkiemen)
1 plastic lepel
1 potlood
1 rol transparant plakband
1 plantenspuit om water te geven (optioneel)
Aan de slag:
Vraag uw kind om één zaadje aan de buitenkant van zijn/haar beker vast te plakken.
Vul het plastic bekertje met zoveel aarde dat het de rand bereikt.
Gebruik een lepel om de bovenkant van de aarde glad te strijken.
Gebruik de potloodgum om een gaatje te prikken ongeveer 1 centimeter onder de aarde.
Plaats een zaadje van een kidneyboon in het gaatje tegen de zijkant van de beker, zodat het kind beter kan zien hoe het zaadje verandert. Bedek het zaadje met aarde.
Gebruik een plantenspuit om de aarde goed te bevochtigen.
De plant moet op een plank of tafel bij een raam worden gezet om voldoende licht te krijgen.
Een kleine plantstok kan nodig zijn om hogere planten zoals de kidneyboon en de zonnebloem te ondersteunen.
Voorspellingen en overdenkingen:
Vraag uw kind bij het begin te voorspellen wat hij/zij denkt dat er met zijn/haar zaadjes zal gebeuren.
Vraag uw kind hoe hij of zij kan zien wanneer een plant water nodig heeft. Een voorbeeld van een antwoord is – geef de plant water omdat hij er droog uitziet of een plant heeft water en zon nodig of zet hem bij een raam.
Vraag de leerling om zijn/haar zaadje dagelijks door de beker te bekijken en het te vergelijken met het zaadje dat aan de buitenkant van de beker is geplakt. Als het zaad veranderd is, teken dan de veranderingen en beschrijf ze.
Controleer dagelijks of de plant water nodig heeft. Om te zien wanneer de plant water nodig heeft, kan de leerling een vinger voorzichtig in de aarde in het midden van de plantenbak steken. Als de grond vochtig aanvoelt, heeft de plant geen water nodig.
Leerlingen kunnen dagelijks de planthoogte meten en individuele groeigrafieken maken.