Mannen en vrouwen in India worden gedrapeerd en gewikkeld volgens traditie, geschiedenis en locatie. Een dhoti of lungi, een losse rok of korte broek voor mannen, is gebruikelijk in landelijke gebieden en bij grote hitte, en meestal wordt het alleen gedragen, zonder een shirt. Vrouwen droegen deze kledingstukken ook en gingen topless totdat islamitische veroveraars in de 12e eeuw grote delen van India veroverden en vrouwen opdroegen hun lichaam en hoofd te bedekken. In stedelijke gebieden dragen mannen vaak lange overhemden met knopen en een losse broek die Sherwanis of kurta pyjama’s worden genoemd.

Vrouwen in heel India dragen traditionele sari’s van katoen, zijde of fabrieksmengsels en de 5 tot 7 yards (4,57 tot 6,4 meter) stof waaruit een sari bestaat, worden op talloze manieren op het lichaam gewikkeld, afhankelijk van waar de draagster woont. Hindoe-vrouwen dragen korte topjes met daaronder onderjurken of petticoat-achtige kledingstukken en stoppen de uiteinden van de stof in taillebandjes. Andere vormen van wikkelen laten de stof losjes over de schouders vallen of het hoofd bedekken. Salwar kameez, een broek en overhemd met lange mouwen of tot op de knieën, gemaakt van lichtgewicht stoffen, is het meest gebruikelijk voor vrouwen in meer stedelijke gebieden.

Advertentie

Westerse kleding blijft in populariteit toenemen in stadscentra, hoewel de traditionele felle kleuren en borduursels van de klassieke Indiase kledij nieuwere ontwerpen beïnvloeden. Dhoti’s en sari’s, die dateren uit de tweede eeuw of eerder, zijn een comfortabel, koel en kleurrijk kenmerk van de Indiase kleding en zullen waarschijnlijk nog wel een tijdje blijven hangen. Een Indiase stijl die culturen heeft gekruist en een klassieker is in Oosterse en Westerse landen is het Nehru-jasje, een goed gesneden, hooggesloten, button-down stijl genoemd naar Jawaharlal Nehru, een voormalige premier van India. Zowel mannen als vrouwen dragen een Nehru-jasje.

Haar, sieraden en huidversieringen vullen de vloeiende en vaak getextureerde en versierde kleding aan. Indiase vrouwen verzorgen hun lange lokken met kokosolie en laten hun lokken vaak tot onder hun middel groeien. Zowel mannen als vrouwen dragen sieraden, van teenringen tot halskettingen, en ze versieren hun voorhoofd met decoratieve bindi’s of stippen, in rood of zwart. Deze markeringen hebben betekenis in het Hindoeïsme en variëren in vorm en grootte, afhankelijk van de gelegenheid of sociale positie van de drager, en sommige niet-Hindoes dragen ze alleen als versiering.

Tijdelijke henna tatoeages, of mehndi lichaamskunst, voegen lichaamsversiering toe aan handen, voeten en andere lichaamsdelen voor ceremonies en festivals. Tonsuring, een religieuze rituele ceremonie waarbij jongens en mannen hun hoofd kaalscheren, creëert een andere look, hoewel het hierbij minder om uiterlijk vertoon gaat en meer om een uiting van toewijding en geloof. Meisjes en vrouwen ondergaan ook tonsuring om religieuze redenen, hoewel tonsuring van een vrouw tegen haar toestemming een vorm van straf of publieke vernedering is.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.