Elektriciteit wordt beschreven door drie termen: Ampère (stroomsterkte), Volts (spanning), en Watts (wattage). Vaak ziet u ampère, volt en watt vermeld op elektrische voorwerpen. Ampère is gewoon de hoeveelheid elektriciteit die door het voorwerp wordt verbruikt. Volts zijn de maatstaf voor de kracht van de elektrische stroom. Ampère vermenigvuldigd met volt geeft u de totale wattage (werkbelasting). Begrijpen hoe de drie termen zich tot elkaar verhouden helpt bij het begrijpen van de elektrische vereisten van een voorwerp.
Ampères X Volts = Watt (Hoeveelheid X Kracht = Werkbelasting)
Elektrische voorwerpen hebben een bepaald aantal watt nodig om te werken, en als het totale aantal watt hoger is dan wat het circuit aankan, schakelt het circuit de stroom uit als veiligheidsmaatregel. Bijvoorbeeld, als u probeert een magnetron, een kachel en een stofzuiger tegelijk te gebruiken en alle drie de stopcontacten die worden gebruikt zijn aangesloten op hetzelfde circuit, dan zal de stroomonderbreker doorslaan en moet u een reset uitvoeren. Controleer altijd de elektrische vereisten voor het voorwerp dat u installeert om te bepalen of het voorwerp al dan niet een eigen circuit nodig heeft.