Doelstelling: De graad van zwaarlijvigheid van Aziaten is lager dan die van Kaukasiërs. Er werd gesuggereerd dat Japanners met een normaal gewicht (BMI <25.0), zoals gedefinieerd door de WHO (2000), een neiging hebben tot verhoogde incidentie van dyslipidemie en diabetes. Ons doel was het analyseren van parameters die obesitas-gerelateerde aandoeningen vormen bij Japanners en Mongolen met overgewicht en een body mass index (BMI) van 23.0-24.9, en het beoordelen van de geschiktheid voor Aziaten van de criteria van het Regionaal Bureau voor de Westelijke Stille Oceaan van de WHO met betrekking tot obesitas (WPRO-criteria, 2000).
Opzet: Cross-sectionele studie in een werkplek setting.
Proefpersonen: Een totaal van 386 Japanse mannen en 363 Japanse vrouwen, en 102 Mongoolse mannen en 155 Mongoolse vrouwen.
Metingen: Antropometrische metingen (gewicht, lengte, tailleomtrek, heupomtrek en bloeddruk) en metabole metingen (plasmaniveaus van totaal cholesterol, HDL-cholesterol, triglyceride, glucose en insuline).
Resultaten: Gegradueerde stijgingen in BMI van Japanners en Mongolen waren positief geassocieerd met lichaamsvetpercentage, tailleomtrek, heupomtrek en taille/heup ratio. De Japanners werden gecategoriseerd als 22% overgewicht, 22% zwaarlijvig I, 3% zwaarlijvig II; de Mongolen beoordeelden 18% overgewicht, 34% zwaarlijvig I, 19% zwaarlijvig II, op basis van de WPRO BMI criteria. De Mongolen hadden een hogere prevalentie van zwaarlijvigheid en een hoger percentage lichaamsvet, maar een mindere gradatie van dyslipidemie, dan de met BMI gematchte Japanse groepen. Japanners met overgewicht (BMI 23,0-24,9) hadden, in vergelijking met normale Japanners (BMI 18,5-22,9), significante verschillen in systolische bloeddruk, HDL-cholesterol en triglyceride bij mannen, en in systolische en diastolische bloeddruk, HDL-cholesterol, triglyceride, insuline en homoeostasis model assessment-insulineresistentie bij vrouwen. Daarentegen vertoonden de Mongolen geen significante verschillen in metabole parameters tussen overgewicht en normale proefpersonen, met uitzondering van de diastolische bloeddruk.
Conclusie: Aangezien de relatie tussen buikvetmassa en BMI etnisch-specifiek is, is een universeel BMI-afkappunt niet geschikt voor Aziatische populaties zoals de Japanners en Mongolen. Het huidige onderzoek suggereert dat, terwijl de WPRO-criteria geschikt zijn voor Japanners, de WHO-criteria meer geschikt zijn voor Mongolen.