Le Havre, zeehaven en stad, departement Seine-Maritime, regio Normandië, noordwesten van Frankrijk. Het ligt aan de kust van het Kanaal en op de rechteroever van het estuarium van de Seine, 134 mijl (216 km) ten westnoordwesten van Parijs en 53 mijl (85 km) ten westen van Rouen over de weg.
Le Havre was slechts een vissersdorp tot 1517, toen Frans I er een haven liet aanleggen met de naam Havre-de-Grâce (“Haven van Genade”). De haven werd in de 17e eeuw onder kardinaal Richelieu en Lodewijk XIV uitgebreid en versterkt, aan het eind van de 18e eeuw onder Lodewijk XVI aangepast om grotere schepen te kunnen ontvangen en in het midden van de 19e eeuw onder Napoleon III nog verder verbeterd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Belgische regering voor korte tijd naar Le Havre overgebracht na de val van Antwerpen en Oostende door de Duitsers.
Bijna driekwart van de gebouwen van Le Havre werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest, maar werd later herbouwd. De Place de l’Hôtel de Ville in het centrum is een van de meest ruime openbare pleinen in Europa. De 16e-17e-eeuwse kerk Notre-Dame is een van de weinige overgebleven oude gebouwen; hoewel beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd zij in de jaren 1970 gerestaureerd. De kerk Saint-Joseph is een ongewoon bouwwerk van gewapend beton. Het kunstmuseum (1961) herbergt een collectie (gered van het oude museum, dat in 1944 werd verwoest) met werken van de 19e-eeuwse schilder Eugène Boudin en de 20e-eeuwse kunstenaar Raoul Dufy.
De haven, herbouwd na de Tweede Wereldoorlog, is uitgebreid sinds de vroege jaren 1970. Le Havre is de tweede haven van Frankrijk, na Marseille, en fungeert als voorhaven (zeewaartse terminal voor diepstekende schepen) van Parijs. In 1976 werd een diepwater-oliehaven geopend in Antifer, ten noorden van Le Havre. Door herstructurering van de bestaande haven ontstonden gespecialiseerde faciliteiten voor droge bulkgoederen en containers. Het grootste deel van het verkeer bestaat uit import, voornamelijk ruwe olie. Andere havenfuncties zijn scheepsreparatie en veerdiensten naar Engeland en Ierland. In een groot industriegebied dat rechtstreeks met de haven is verbonden, zijn de olieraffinage-, petrochemische, chemische, auto-, cement- en luchtvaartonderdelenindustrieën gevestigd. Samen vormen deze activiteiten een belangrijke concentratie van werkgelegenheid in de benedenloop van de Seine. Er hebben zich ook dienstverlenende en administratieve functies ontwikkeld, waaronder een universiteit en een groeiend toerisme, deels gebaseerd op de jachthaven en de aangrenzende badplaats Sainte-Adresse. Aantal inwoners. (1999) stad, 190.905; stedelijk gebied, 296.773; (schatting 2014) stad, 172.807; stedelijk gebied, 237.883.