(in het Russisch, shakhta), een mijnbouwonderneming die mineralen wint met ondergrondse methoden en ze verscheept naar een consument of een ertsverrijkingsinstallatie. Een ondergrondse mijn omvat zowel bovengrondse constructies – bijvoorbeeld kopstellingen, kophuizen en opslagplaatsen – als alle ondergrondse mijnbouwuitgravingen die worden gebruikt om een afzetting binnen een mijngebied te bewerken. Een dergelijke mijn is een gemechaniseerde en geautomatiseerde onderneming die is uitgerust met efficiënte machines en inrichtingen voor het winnen en vervoeren van mineralen, voor het afzinken van mijnbouwputten, voor de afvoer van mijnwater en voor de ventilatie. Ondergrondse mijnen die grote afzettingen exploiteren, hebben een levensduur van 50-70 jaar of meer.
De grootste ondergrondse steenkoolmijn in de USSR is de Raspadskaia-mijn, die zich in het Koeznetsk-kolenbekken bevindt en een verwachte uiteindelijke produktie van meer dan 7 miljoen ton per jaar heeft. De grootste ondergrondse ijzermijn in de USSR is de Gigant-mijn in Krivoi Rog, met een verwachte uiteindelijke produktie van 12 miljoen ton per jaar. De diepste ondergrondse mijn in de USSR is de Academician A. A. Skochinskii Mine, die zich in het Donets Coal Basin bevindt en 1,2 km diep is.
De diepste ondergrondse mijnen ter wereld zijn goud-, zilver- en diamantmijnen; zij zijn 4-4,5 km diep. Hiertoe behoren de Champion Reef goudmijnen in India en de Witwatersrand goudmijnen in de Republiek Zuid-Afrika.