ACHTERGROND-Earthermometers worden steeds populairder als methode om de temperatuur van het diepe lichaam (kerntemperatuur) te meten.
DOELSTELLING-De variabiliteit bepalen van de temperatuur van het trommelvlies (oor) van één enkele gebruiker.
Tweeënveertig gezonde, koortsige kinderen en 20 koortsige kinderen met acute brandwonden.
RESULTATEN-In een koortsig kind verschilden de metingen in beide oren (en binnen enkele minuten van elkaar) maar liefst 0.6°C. De meetfout van de operator, sw van drie opeenvolgende metingen, in hetzelfde oor, was 0.13°C. In de groep van koortsige, verbrande kinderen, werd de kerntemperatuur om het uur gemeten op een aantal plaatsen (oor, rectum, oksel, blaas). Een piek in de kerntemperatuur trad op ongeveer 10-12 uur na de brandwond. De meetfout werd berekend bij 14 koortsige, verbrande kinderen met een piektemperatuur van meer dan 38°C. Voor het linkeroor was de meetfout 0,19°C en voor het rechteroor 0,11°C. Bij de koortsige kinderen was de overeenstemming tussen de oren slecht. De grenzen van overeenstemming waren 0.4°C tot -0.8°C. Het was niet mogelijk te voorspellen wanneer de temperatuurverschillen tussen de oren groot of klein zouden zijn.
CONCLUSIES-De meetfout van de ene opname ten opzichte van de volgende is waarschijnlijk acceptabel bij ongeveer 0.1 tot 0.2°C. Om de temperatuurschommelingen van het ene oor ten opzichte van het andere te beperken, moeten de metingen zoveel mogelijk beperkt worden tot een van de oren en moet gedurende de gehele temperatuurcontroleperiode hetzelfde oor worden gebruikt. Verpleegkundigen en ouders dienen indien mogelijk meer dan één temperatuurmeting aan hetzelfde oor uit te voeren.