Met de dood van Koningin Victoria op 22 januari 1901 komt een einde aan een tijdperk waarin de meeste van haar Britse onderdanen geen andere monarch kennen. Haar 63-jarige regeerperiode zag de groei van een rijk waar de zon nooit onderging. Victoria gaf de Engelse monarchie haar waardigheid terug en verzekerde haar voortbestaan als een ceremoniële politieke instelling.
Zij werd geboren in 1819 en kwam op de troon na de dood van haar oom, Koning Willem IV, in 1837. Als jonge vrouw die de troon besteeg, beschreef haar toekomstige echtgenoot haar “als iemand wier extreme halsstarrigheid voortdurend in strijd was met haar goede aard”. Haar eerste eerste minister, Lord Melbourne, werd haar goede vriend en adviseur, en zij slaagde erin zijn vervanging door Tory-leider Sir Robert Peel in 1839 tegen te houden. Twee jaar later resulteerden verkiezingen echter in een Tory meerderheid in het Lagerhuis, en Victoria werd gedwongen Peel als eerste minister te accepteren. Nooit meer zou zij zich zo direct bemoeien met de politiek van het democratische Groot-Brittannië.
In 1839 kwam haar achterneef Albert, een Duitse prins, op bezoek aan het Engelse hof in Windsor, en Victoria vroeg hem vijf dagen na zijn aankomst ten huwelijk. Prins Albert accepteerde het voorstel en in februari 1840 traden zij in het huwelijk. Hij werd al snel de dominante invloed in haar leven en diende als haar privé-secretaris. Een van zijn grootste successen als koninklijk gemaal was de organisatie van de Grote Tentoonstelling van 1851, de eerste wereldtentoonstelling, in het Crystal Palace in Londen. Hij stuurde ook haar steun weg van de Whigs naar de conservatieve Tories; later was zij een uitgesproken aanhanger van Benjamin Disraeli, leider van de Conservatieve Partij.
Victoria en Albert bouwden koninklijke residenties in Osborne House op het Isle of Wight en in Balmoral Castle in Schotland en raakten steeds verder verwijderd van Londen. Zij kregen negen kinderen, onder wie Victoria, de latere keizerin van Duitsland, en de prins van Wales, de latere koning Edward VII. In 1861 overleed Albert, en Victoria was zo verdrietig dat ze drie jaar lang niet in het openbaar verscheen. Ze is het verlies nooit helemaal te boven gekomen en tot het einde van haar leven liet ze haar dienstmeisjes elke nacht Albert’s kleren klaarleggen voor de volgende dag en ’s morgens het water in de wastafel in zijn kamer vervangen.
Disraeli haalde haar uit haar isolement en ze was onder de indruk van zijn inspanningen om het Britse Rijk te versterken en uit te breiden. In 1876 liet hij haar “keizerin van India” maken, een titel die haar beviel en haar tot een symbool van keizerlijke eenheid maakte. In de laatste decennia van haar leven nam haar populariteit, die tijdens haar lange publieke afwezigheid te lijden had gehad, sterk toe. Zij omarmde nooit de sociale en technologische vooruitgang van de 19e eeuw, maar aanvaardde de veranderingen en werkte hard om haar ceremoniële plichten als staatshoofd te vervullen. Toen ze stierf, had ze 37 overlevende achterkleinkinderen, en hun huwelijken met andere monarchieën bezorgden haar de naam de “grootmoeder van Europa.”
LEES MEER: 5 Dingen die je misschien niet weet over koningin Victoria