De Russische Revolutie van 1905 begon in Sint-Petersburg op 22 jan. (9 jan. O.S.) toen troepen schoten op een weerloze menigte arbeiders, die onder leiding van een priester naar het Winterpaleis marcheerden om een petitie in te dienen bij Tsaar Nicolaas II. Deze bloedige zondag werd in de daaropvolgende maanden gevolgd door een reeks stakingen, rellen, moorden, muiterijen op zee en uitbraken van boeren. Deze onlusten, in combinatie met de ramp van de Russisch-Japanse oorlog (1904-5), die de corruptie en incompetentie van het tsaristische regime aan het licht bracht, dwongen de regering ertoe te beloven dat er een raadgevende doema, of vergadering, zou worden ingesteld, gekozen door middel van een beperkt kiesrecht. Niettemin lokten onbevredigde eisen van het volk een algemene staking uit, en in een in oktober uitgegeven manifest verleende de tsaar burgerlijke vrijheden en een democratisch te kiezen representatieve doema.
Het manifest verdeelde de groepen die gezamenlijk de revolutie tot stand hadden gebracht. Zij die tevreden waren met het manifest vormden de Octobristenpartij. De liberalen die meer macht voor de Doema wilden, verenigden zich in de Constitutioneel-Democratische partij. De sociaal-democraten, die in Sint-Petersburg een sovjet, of arbeidersraad, hadden georganiseerd, probeerden de stakingsbeweging voort te zetten en sociale hervormingen af te dwingen. De regering arresteerde de sovjet en sloeg (dec. 1905) een arbeidersopstand neer in Moskou.
Toen de orde was hersteld, vaardigde de tsaar de Fundamentele Wetten uit, waarin de macht van de doema werd beperkt. De minister van de tsaar, Stolypin, deed een poging tot economische hervorming, maar zijn pogingen mislukten. Tegelijkertijd onderdrukte Stolypin meedogenloos de revolutionaire beweging. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, steunden de meeste elementen in Rusland (behalve de bolsjewieken) eensgezind de oorlogsinspanningen. De herhaalde militaire tegenslagen, de acute voedseltekorten, de benoeming van onbekwame ministers en het intense lijden van de burgerbevolking creëerden echter een revolutionair klimaat tegen het einde van 1916. De sinistere invloed van Raspoetin op Tsarina Alexandra Feodorovna, die Nicolaas aan het hoofd van de regering had gelaten toen hij in 1915 persoonlijk het bevel over de strijdkrachten overnam, vernietigde alle steun voor de tsaar behalve die van extreem reactionairen.
- Inleiding
- Oorzaken
- De Revolutie van 1905
- De Februari Revolutie van 1917
- De Oktober Revolutie van 1917
- De Burgeroorlog van 1918-20
- Bibliografie