De historicus Dan Buck van de Wilde Bende zegt dat de Butch Cassidy Colt, serienr. 165106, zou een 1 april grap kunnen zijn. De Colt fabrieksbrief van het pistool was gedateerd 1 april 2001, een zondag, een vreemde dag om te werken. Hoe dan ook, in de brief staat dat het pistool in 1896 werd verscheept, wat het verhaal tegenspreekt dat Cassidy het aan Joe Davenport gaf voor hij naar de gevangenis ging in 1894. Plus, zegt Buck, Davenport was geen “Cassidy bendelid”, zoals de beschrijving vermeldde; hij was een gelegenheidsbezitter. In 2012 bewees Buck dat Cassidy’s vermeende “amnestie” Colt, dat jaar verkocht voor $175,000 door California Auctioneers, vals was. In de arena van de outlawvuurwapens is 15.000 dollar een bodemprijs, een prijs die een verzamelaar die Davenports verhaal wil geloven, geboden heeft om die Colt met succes te kopen op de veiling van Rock Island in september.
Custer staat in het midden van deze foto.
De Custer jas bij Rock Island Auction (links) werd niet verkocht, terwijl de Custer jas bij Heritage Auctions (rechts) op 24 november werd afgehamerd op $24,000. In 1897 schonk Custer’s weduwe, Elizabeth, naar verluidt de elandhuiden jas aan Arthur McCall, een ingenieur van het Amerikaanse leger die zei dat hij haar had geholpen Custer’s bezittingen uit de opslagplaats op West Point te halen. McCall raakte bevriend met Otto Gerhardt, een kunstenaar wiens enthousiasme voor de Custer campagne zoveel indruk maakte op McCall dat hij de jas aan Gerhardt toevertrouwde. Een krantenknipsel toont Gerhardt terwijl hij de jas draagt (midden).
Jesse James’ Colt .45, serienr. 70579, heeft een opmerkelijke herkomst die teruggaat tot de dag dat Bob Ford de bandiet vermoordde in 1882. De Colt ging over op zijn zoon, Jesse James Jr., die het (linksonder) tentoonstelde voor het publiek. Rond 1924 gaf hij het pistool als borg aan ene Dr. Lowery voor de behandeling van een verwonding bij een auto-ongeluk. De revolver kwam terecht bij senator Harry Hawes van Missouri en vervolgens bij congreslid Frank Boykin van Alabama, tot hij het in 1975 verkocht aan een Amerikaanse verzamelaar. Op 24 november opende het bod bij Heritage Auctions op 400.000 dollar voor het wapen dat naar schatting 1,6 miljoen dollar zou opbrengen – een droom die de verzender niet heeft kunnen waarmaken. De revolver bleef onverkocht.
Verzamelaars boden tot $220.000 voor de Smith & Wesson No. 2 die Bonhams aanprees als de revolver die Wild Bill Hickok droeg toen hij in 1876 werd gedood door Jack McCall. De familie Willoth beweerde dat Deadwood Sheriff Seth Bullock het wapen van het dode lichaam van de revolverheld had gehaald en het vervolgens aan Adolph Fishel (een schoonvader van Willoth) had gegeven om de winkeleigenaar te vergoeden voor een onbetaalde rekening van Hickok. Het pistool, serienummer 29963, voldeed niet aan de reserve op de veiling in november. “We zijn nu terug bij af,” vertelt Hickok-biograaf Joseph G. Rosa: “Het enige bekende wapen van Hickok is het geweer van Jim Earle!”