Meer dan enig ander instituut drukte de slavernij haar stempel op de mannelijke homoseksuele relaties in het oude Rome. Hoewel de alomtegenwoordige hellenisatie van de Romeinse maatschappij in de tweede en eerste eeuw v. Chr. de traditionele vijandigheid tegenover homoseksualiteit en homoseksuele relaties verzachtte en zelfs, in gecultiveerde kringen, een idealiserende aanvaarding van mannelijke pederastieke relaties naar het model van het klassieke Griekenland bevorderde, zou deze mentaliteitsverandering minder concrete gevolgen hebben gehad als Rome niet tegelijkertijd, door overzeese veroveringen, op grote schaal een slaveneigenende maatschappij was geworden. De strenge regels van de Romeinse wet en traditie golden alleen voor seksuele betrekkingen tussen vrije mannen en vrouwen; seksuele betrekkingen tussen vrije mannen en vrouwelijke of mannelijke slaven waren waarschijnlijk niet erg stigmatiserend voor de samenleving. Hoewel er bewijzen zijn dat sommige Romeinen inderdaad hun slaven uitbuitten, maakte de grote lacune in de wet en de traditie, samen met de opkomst van meer humane waarden ten aanzien van slavernij en seksuele relaties, het gelukkig mogelijk dat echte liefdesrelaties (zowel heteroseksuele als homoseksuele) een grote mate van sociale actie konden krijgen als een vorm van concubinage. De Romeinse cultuur heeft echter, in tegenstelling tot de klassieke Griekse beschaving, weinig bijgedragen tot een weloverwogen aanvaarding van homoseksuele relaties, gebaseerd op een begrip van menselijke ethiek en psychologie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.