Abstract
Plaats een oplosmiddel in een oplosmiddel en er bestaat weinig twijfel over wat de concentratie van de oplossing zal zijn. Indien een tweede onvermengbaar oplosmiddel aan het mengsel wordt toegevoegd, zal de concentratie in het eerste oplosmiddel lager worden dan oorspronkelijk aanwezig. Onmiddellijk moet de vraag worden gesteld: “Waar is het gebleven?” Analyse van de concentratie van de opgeloste stof in elk van de oplosmiddelen zal uitwijzen dat de opgeloste stof zich over de twee oplosmiddelen heeft verdeeld. Het vermogen van een verbinding om door membranen te dringen is van cruciaal belang voor haar vermogen om farmacologisch actief te zijn. Als een verbinding niet in de membranen kan doordringen of niet door de membranen kan worden getransporteerd, zal het onmogelijk zijn voor de verbinding om op de plaats te komen waar zij moet werken. Een eigenschap die wordt gebruikt om het vermogen van een verbinding om door de membranen te dringen aan te geven, is de verdelingscoëfficiënt of partitiecoëfficiënt. De normale procedure voor het bepalen van de verdelingscoëfficiënt is het meten van de evenwichtsconcentraties van de verbinding in twee onmengbare vloeistoffasen die met elkaar in contact staan. De twee fasen zijn een waterig oplosmiddel en een onvermengbaar organisch oplosmiddel. Het organische oplosmiddel is meestal n-octanol, maar soms worden andere oplosmiddelen zoals chloroform gebruikt.