Het koloniale vlaginsigne van Barbados toonde een fantasievol tafereel waarin een enorme schelp met schoepenraderen, getrokken door zeepaarden, een koning vervoerde. De vorst hield een drietand vast, een klassiek symbool van de zee dat in de oude Griekse mythologie werd geassocieerd met de god Poseidon (de Romeinse Neptunus).
Toen de onafhankelijkheid naderde, organiseerde Barbados een wedstrijd onder zijn burgers voor een nieuwe nationale vlag. Grantley Prescod, een kunstleraar en inwoner van Barbados, keek naar bestaande symbolen om inspiratie op te doen. Het zegel van Barbados suggereerde hem het gebruik van de kenmerkende drietand. Na een aantal wisselende schetsen kwam Prescod tot het ontwerp dat hij uiteindelijk indiende. Deze winnende keuze had gelijke verticale strepen van blauw-geel-blauw voor zee, zand en lucht, met de drietandkop in het midden in zwart. Het bevatte dus de essentiële elementen voor een goed vlagontwerp volgens de vexillografische normen. Het was uniek, eenvoudig, onderscheidend, symbolisch voor het gebied dat het moest vertegenwoordigen, en gemakkelijk te tekenen of te vervaardigen. Het ontwerp werd goedgekeurd door het College of Arms in Londen en door de regering van Barbadia. Het werd voor het eerst gehesen op 30 november 1966, toen het land onafhankelijk werd.