Schorpioenen eten een verscheidenheid aan insecten, spinnen, andere schorpioenen en hagedissen. Ze eten ook kleine zoogdieren, zoals muizen. Schorpioenen hebben water nodig om te drinken, maar ze kunnen maanden overleven zonder voedsel.
Schorpioenen gebruiken hun nijptang om prooien te vangen en te verpletteren. Ze gebruiken hun angel om neurotoxisch gif in hun slachtoffers te injecteren. Hierdoor raakt hun prooi verlamd, waardoor de schorpioenen zonder moeite kunnen eten. Soms kunnen schorpioenen een prooi gemakkelijk doden zonder dat er gif wordt ingespoten.
Schorpioenen gebruiken een kleine, klauwachtige structuur die uit hun mond steekt, chelicerae genaamd. Chelicerae zijn zeer scherp, wat het trekken van kleine hoeveelheden voedsel van de prooi vergemakkelijkt. Dit wordt ook gebruikt bij het verwijderen van vaste stoffen, omdat schorpioenen alleen vloeistoffen kunnen opnemen.
De meest voorkomende schorpioenen komen voor in zuidelijk Arizona, dat zich uitstrekt tot centraal Texas en centraal Oklahoma. Andere bekende soorten schorpioenen kunnen reiken tot in het noordwesten van Mexico tot ten zuiden van Colorado, Mississippi, Kansas en het zuiden van Missouri. Sommige kunnen zelfs worden gevonden in Florida en in het westen tot Oregon en Californië.