Zeewiervorm
Tot voor kort werden zeewieren beschreven als eenvoudige planten die in zee groeiden, maar wetenschappers zijn nu van mening dat de structuur en de chemie van zeewieren zo onderscheidend zijn dat ze een eigen classificatie rechtvaardigen. Ze zijn eenvoudig van structuur en bestaan meestal uit een houvast waarmee ze aan het oppervlak worden verankerd, en een blad dat in bladen kan worden verdeeld. Sommige van de grotere zeewieren hebben een flexibele stengel of steel die het blad met de hechtstok verbindt. In tegenstelling tot planten hebben zeewieren geen wortels of inwendige weefsels om water te geleiden. Ze absorberen mineralen en gassen rechtstreeks uit het zeewater via het oppervlak van hun blad.
Zeewiergroepen
Zeewieren kunnen op basis van kleur – groen, rood of bruin – in drie soorten worden ingedeeld. Ze bevatten allemaal het lichtabsorberende pigment chlorofyl, dat nodig is voor de fotosynthese. Bruin en rood zeewier hebben extra pigmenten die hen in staat stellen te fotosynthetiseren op diepten waar weinig licht doordringt. Deze extra pigmenten maskeren de groene kleur van chlorofyl. Bruinwieren kunnen geelbruin tot donker olijfkleurig zijn. Roodwieren hebben het grootste kleurenspectrum – roze tot paars, rood, en bruin tot bijna zwart.
Levenscycli
Veel zeewieren leven of groeien maar één seizoen; andere, vooral de grote kelpen, groeien het hele jaar door en kunnen vele jaren leven. Zeewieren hebben een complexe levenscyclus met zowel seksuele als aseksuele stadia. Tussen deze stadia kan hun uiterlijk sterk veranderen. Roodwieren hebben de meest ingewikkelde levenscyclus. Eén eetbare soort, karengo (Porphyra-soorten), heeft een fase die zich in het oppervlak van schelpdieren en rotsen boort.
Distributie
Nieuw-Zeeland telt 850 inheemse zeewieren, waarvan een derde endemisch is – ze komen nergens anders voor. Zeewier komt vooral voor in drie gebieden: de warme noordelijke wateren rond de Kermadec- en Three Kings Islands, het kustgebied Cook Strait-Kaikōura in centraal Nieuw-Zeeland, en het zuiden, in een gebied dat Fiordland, Stewart Island en de kust van Otago omvat. De verspreiding varieert naar gelang van de soort. Sommige soorten, zoals het rode zeewier Gelidium longipes, groeien slechts op enkele plaatsen. Andere, zoals de reuzenkelp (Macrocystis pyrifera), zijn wijdverspreid in de koele wateren van het zuidelijk halfrond.
Rol in het mariene ecosysteem
Zeealgen spelen een belangrijke rol in mariene ecosystemen. Als eerste organisme in de mariene voedselketens leveren ze voedingsstoffen en energie voor dieren, hetzij rechtstreeks wanneer de bladeren worden gegeten, hetzij onrechtstreeks wanneer de ontbindende delen worden afgebroken tot fijne deeltjes en worden opgenomen door filtervoedende dieren. Zeegrasvelden bieden onderdak en een habitat aan tal van kustdieren gedurende hun hele leven of een deel daarvan. Het zijn belangrijke kraamkamers voor veel commerciële soorten zoals de langoest, de pāua (abalone) en de groenlipmossel.