In Noord-Amerika en Australazië kan een werf tegenwoordig elk deel van een eigendom zijn dat een huis of andere woonstructuur omgeeft of ermee verbonden is, gewoonlijk (maar niet noodzakelijk) gescheiden van een tuin (waar het onderhoud van de planten meer geformaliseerd is). Een binnenplaats bestaat meestal uit gazon of speelruimte. De tuin aan de voorkant van een huis wordt voortuin genoemd, de tuin aan de achterkant achtertuin. Achtertuinen zijn over het algemeen meer privé en zijn dus een meer gebruikelijke locatie voor recreatie. De grootte van de tuin varieert met de bevolkingsdichtheid. In stedelijke centra hebben veel huizen een zeer kleine of zelfs helemaal geen achtertuin. In de buitenwijken zijn de tuinen over het algemeen veel groter en is er ruimte voor voorzieningen als een patio, een speelplaats voor de kinderen of een zwembad.
In het Brits Engels worden deze gebieden meestal omschreven als een tuin, op soortgelijke wijze onderverdeeld in een voortuin en een achtertuin, hoewel geplaveide gebieden een yard kunnen worden genoemd, maar meestal een patio. In het moderne Groot-Brittannië wordt de term yard vaak gebruikt voor opslagplaatsen en terreinen die grenzen aan of zich bevinden tussen bedrijfsgebouwen, alsmede voor onbebouwd land dat aan een gebouw grenst.
In Noord-Amerika verwijst de term “tuin” alleen naar het gebied dat percelen met groenten, kruiden, bloemen en/of sierplanten bevat; en de term “yard” verwijst niet naar de “tuin”, hoewel de bloemen- of groentetuin zich binnen de yard kan bevinden.