Die kapotte lamp die je op zolder of op een rommelmarkt ontdekt, is misschien nog niet klaar voor de schroothoop. Met een beetje geduld en een paar uur, is het mogelijk om van een niet-werkende lamp weer een nuttig, functionerend object van schoonheid te maken.

Hoewel lampen kunnen variëren in grootte en vorm, de elektrische componenten en de manier waarop ze worden bedraad zijn fundamenteel hetzelfde. De componenten bestaan uit een fitting(en), stekker, snoer, en schakelaar. Een lamp die niet werkt, heeft meestal te lijden van een – of meer – elektrische bedradingskwalen die deze componenten beïnvloeden. Problemen op deze gebieden zijn echter relatief eenvoudig te verhelpen.

Vervangen van snoer en fitting

  1. Haal de stekker van de lamp uit het stopcontact en verwijder de gloeilamp.
  2. Haal het oude snoer een paar centimeter onder de onderkant van de lamp af. Bevestig het nieuwe snoer met isolatietape aan het oude.
  3. Los de schroefset onder de fittingdop en draai de dop los van de lampnippel.
  4. Trek het nieuwe snoer omhoog door de steel van de lamp. Gooi het oude snoer en de fitting weg.
  5. Slip een nieuwe fittingdop over het nieuwe snoer, draai de dop op de nippel, en draai de schroefset vast.
  6. Trek het geïsoleerde, gesegmenteerde 2-draads snoer 6 – 8 centimeter uit elkaar en leg de draden in een Underwriters’ knoop.
  7. Strip 1/2 inch isolatie van elke draad. Draai de draden in elkaar en bevestig ze aan de schroeven: wikkel de neutrale draad (met geribbelde isolatie) met de klok mee om de zilverkleurige schroef en wikkel vervolgens de koperdraad (met gladde isolatie) om de messing schroef.
  8. Trek de knoop naar beneden in de kap en klik de fitting vast.
  9. Slip de isolerende huls op zijn plaats, schuif dan de buitenmantel erop en plaats deze stevig in de kap.
  10. Uw lamp is nu gerepareerd. Plaats de lamp, harp en kap terug en steek de stekker in het stopcontact!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.