Een van de dingen die mijn Wild Pottery cursussen ‘wild’ maakt, is dat we onze eigen klei van het land graven
Wat is klei?
Vraag dit aan iedereen en ze zullen hoogstwaarschijnlijk ‘modder’ antwoorden. Maar er komt wel wat meer bij kijken. Het bestaat uit een of meer kleimineralen met sporen van metaaloxiden en organisch materiaal. Kleimineralen worden over lange perioden gevormd, voornamelijk door een geleidelijk verweringsproces van stollingsgesteente en door hydrothermale activiteit.
Klei wordt al miljoenen jaren gevormd, sinds de tijd van de gletsjers. Geen enkele kleiafzetting is precies hetzelfde en gewoonlijk worden minerale klei in verschillende verhoudingen gemengd.
Kleiafzettingen die op de plaats blijven waar ze zijn gevormd, worden primaire klei genoemd. Klei die door watererosie van zijn oorspronkelijke plaats wordt verwijderd, wordt secundaire klei genoemd. Kleiafzettingen worden over het algemeen geassocieerd met wat ‘laag energetische afzettingsmilieus’ worden genoemd, zoals grote meren en zeebekkens.
Klei vs. Vuil
Als u ooit in een rivier of meer met een modderige bedding bent gestapt en die zachte modderwolken rond uw voeten hebt gevoeld opkomen, en de zachte modder tussen uw tenen hebt voelen sijpelen, dan weet u hoe fijn slib kan zijn.
Klei deeltjes zijn ongeveer 20 keer kleiner dan silt. Klei bestaat uit kleine plaatjes; als je klei met water mengt en manipuleert, schuiven deze plaatjes over elkaar en wordt de klei plastisch. Aan de andere kant is zilt brokkelig van textuur. Veel in de natuur voorkomende afzettingen bevatten zowel zilt als klei.
Afhankelijk van de bodeminhoud waarin de klei wordt aangetroffen, en de mate van verwering die de klei heeft ondergaan, kan klei in verschillende kleuren voorkomen, van wit tot dof grijs of bruin tot diep oranjerood. In de buurt van mijn woonplaats Sussex heb ik ook gele klei gegraven, en ooit vond ik een naad klei die eendenei blauw was. Het is ijzer dat deze kleurschakeringen geeft en dat de klei bij het bakken een terracotta-kleur geeft door de oxidatie van het mineraal.
Waar te graven
Dus… eerst moet je je klei vinden. Hier in de Lage Weald van East Sussex is de klei ijzerrijk en overvloedig. Vraag het een tuinman uit de buurt (hoewel ze het je niet in dank zullen afnemen dat je ze eraan herinnert).
Soms ligt de klei dicht onder de oppervlakte (vraag het de tuinman); op andere plaatsen moet je vrij diep graven. Als je buiten loopt als de grond nat is en het pad glad is, is de kans groot dat je op klei loopt. U kunt ook naar klei zoeken in meren, vijvers, beken of zelfs aan zee in sommige delen van het land. U kunt klei vinden op plaatsen waar wegenwerkers of bouwvakkers hebben gegraven. Als er in uw omgeving historische steenfabrieken zijn, is dat een goed teken.
Op een geologische kaart van uw gebied kunt u zien waar zich kleiafzettingen bevinden, en de British Geological Survey is een goede plaats om deze informatie te vinden.
Wettelijk moet u altijd toestemming krijgen van de landeigenaar voordat u gaat graven.
Maar is het ook goed?
Niet alle klei is gelijk. Sommige klei is goed voor het maken van bakstenen, maar niet voor het maken van potten. En sommige aanvankelijk veelbelovende kleisoorten blijken moeilijk te bewerken te zijn. Er is een eenvoudige test die u een indicatie geeft van de bruikbaarheid van de klei (zie hieronder), maar alleen door het uit te proberen en dan te bakken weet u het zeker. Hier zijn enkele richtlijnen over de klei die u kunt vinden:
Klei kan nat of droog worden gevonden of in elk stadium daartussen, en vergeet niet dat het in een reeks kleuren wordt geleverd.
In droge toestand kan het eruit zien als rotsen, of zelfs een leisteenachtig uiterlijk hebben; in natte toestand lijkt het op modder.
Als u droge klonten vindt, schraap er dan met een mes over. Als het klei is, zullen de fijne deeltjes afbrokkelen. Schraap er wat van op een klein hoopje, bevochtig het met water en kijk of het oplost. Maak dan een klein balletje van wat van de fijngestampte klomp gemengd met water en kijk hoe het aanvoelt- als het plakkerig aanvoelt, zit er tenminste wat klei in.
De Proef
Neem een klein klompje van het vochtige kleimateriaal en werk het met je vingers tot een zachte bal. Rol het tot een dun worstje en buig dit dan om uw vinger. Als het barst en niet gemakkelijk buigt, is het niet de moeite waard om er moeite mee te doen. Maar als het bij elkaar blijft en glad en plastisch aanvoelt… dan heb je klei gevonden!
Wild Pottery & Er worden regelmatig wildpottencursussen gegeven in de bossen van Sussex, voor volwassenen & gezinnen, onder leiding van Ruby Taylor
National Geographic & Toyota heeft Ruby’s wildpottencursussen in hun Top 125 UK Adventures gezet. Ook verschenen in The Guardian en in ‘Wild Times’ (onlangs gepubliceerd door Bradt).
Een versie van dit artikel verscheen eerst in The Bushcraft Journal Magazine