Normal-phase liquid chromatography (NPLC) is een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van kolommen die zijn voorzien van polaire stationaire fasen in combinatie met apolaire of matig polaire mobiele fasen om de componenten van mengsels te scheiden. De snelheid waarmee de afzonderlijke oplosmiddelen door NPLC-kolommen migreren, is voornamelijk afhankelijk van hun polariteit. Minder polaire oplossingen bewegen het snelst en verlaten derhalve de kolom en worden het eerst gedetecteerd, gevolgd door oplossingen met een toenemende polariteit die langzamer bewegen. Soms speelt polariteit echter een secundaire rol ten opzichte van het vermogen van een oplosmiddel om een specifieke interactie met actieve sites op het stationaire-fase-oppervlak aan te gaan. Het belang van deze specifieke interacties tussen het oplosmiddel en de stationaire fase geeft NPLC enkele unieke voordelen ten opzichte van de meer algemeen toegepaste reversed-phase vloeistofchromatografietechniek (RPLC). RPLC maakt gebruik van apolaire stationaire fasen en polaire mobiele fasen op waterbasis, en de elutievolgorde van de opgeloste stoffen in een mengsel is gerelateerd aan hun hydrofobiciteit, niet aan hun polariteit; polairdere opgeloste stoffen bewegen het snelst en verschijnen het eerst, gevolgd door opgeloste stoffen met afnemende polariteit. RPLC is nuttig voor het scheiden van mengsels waarin de componenten verschillen in molecuulgewicht en/of oplosbaarheid in water. NPLC verdient echter de voorkeur voor veel scheidingsproblemen, waaronder die waarbij de oplosbaarheid van monsterverbindingen in water beperkt is. Bovendien is NPLC een betere techniek voor het scheiden van verbindingen die verschillen in het aantal of het karakter van functionele groepen en is het bijzonder nuttig voor het scheiden van vele soorten isomeren.