Tweet
De Goede Week is de week waarin christenen de dood, begrafenis en wederopstanding van Jezus Christus vieren. Het wordt ook wel de Passieweek of de Paasweek genoemd. De eerste zondag in de week wordt Palmzondag genoemd en de tweede (de dag dat Christus opstond) wordt Paaszondag of Opstandingszondag genoemd.
Test uw Bijbelkennis met deze trivia-vragen met betrekking tot de Paasweek.
Vragen:
1. Wat was het Joodse feest dat gevierd werd in de week dat Christus gekruisigd werd?
2. Toen Jezus Jeruzalem binnenging tijdens wat bekend staat als Zijn Triomfantelijke Intocht, op welk dier reed Hij toen?
3. Waarom wordt de zondag voor de opstanding Palmzondag genoemd?
4. Welke discipel sneed het oor af van de dienaar van de hogepriester in een poging om Jezus te beschermen tegen gevangenneming?
5. Wat was de naam van de dienaar van de hogepriester, wiens oor door de discipel werd afgesneden en vervolgens door Jezus weer werd aangehecht?
6. Hoe vaak verloochende Petrus Christus, nadat hij de Heer in de steek had gelaten?
7. Voor hoeveel zilverlingen ruilde Judas het leven van Jezus?
8. Hoe identificeerde Judas Jezus aan de soldaten?
9. Uit berouw gaf Judas het geld aan de priesters terug dat hij had gekregen als prijs voor het verraad van de Heer en wat deed hij toen?
10. De priesters namen het geld dat Judas aan hen had teruggegeven en deden er wat mee?
11. Wie werd er verrassend vrijgelaten voordat Pontius Pilatus Jezus ter dood veroordeelde?
Hij is niet hier, want Hij is opgestaan, zoals Hij gezegd heeft. Kom, zie de plaats waar de Heer lag. (Mattheüs 28:6)
12. Wat raadde Pilatus’ vrouw hem aan te doen aangaande Jezus?
13. Een man, Simon genaamd, werd gedwongen het kruis van Jezus te dragen. In Markus 15 worden ons de namen van Simon’s twee zonen verteld. Wat waren hun namen?
14. Wat was de inscriptie boven het kruis?
15. Kunt u 4 van de 7 in de Bijbel opgenomen uitspraken citeren die Christus vanaf het kruis deed? Na de uitspraken van Jezus aan het kruis, was er een uitspraak van een Romeinse soldaat over Christus. Wat was dat?
17. Wat gebeurde er in de tempel als teken dat de dood van Jezus plaats had gemaakt voor de individuele gelovige om tot God te naderen?
18. Toen Jezus stierf was er duisternis in het land. Hoe lang duurde die duisternis?
19. In Johannes 19 helpen twee mannen het lichaam van Christus klaar te maken voor de begrafenis. Van de een wordt gezegd dat hij een geheime discipel was en van de ander dat hij vroeg in Zijn bediening in het geheim naar Jezus toe kwam om vragen te stellen. Wie waren deze mannen?
20. Wie was de eerste die de opgestane Christus zag?
Antwoorden:
1. Pesach (Lucas 22:1)
2. Een jonge ezel (Mattheüs 21:1-7; Marcus 11:1-7; Lucas 19:28-35; Johannes 12:12-15). In de oosterse traditie was het gebruikelijk dat een koning die ten strijde trok, op een paard reed. Maar als de koning in vrede was, reed hij op een ezel. De symboliek is dat de Vredevorst, Jezus Christus, kwam om vrede te brengen tussen God en de mensen.
3. Toen Jezus aan het begin van de lijdensweek Jeruzalem binnenging, verwelkomde het volk Hem als koning en Messias. Zij bedekten de weg met hun klederen en palmbladeren als een symbool van hun aanbidding en aanvaarding van Hem als koning (Mattheüs 21:8; Marcus 11:8; Lucas 19:35, 36; Johannes 12:12, 13).
4. Petrus (Johannes 18:10)
5. Malchus (Johannes 18:10)
6. Driemaal (Lucas 22:54-57; Marcus 14:69, 70; Mattheüs 26:73-75; Johannes 18:13-27)
7. 30 (Mattheüs 26:15)
8. Door Hem een kus te geven (Mattheüs 26:47-49).
9. Hing zichzelf op (Mattheüs 27:3-5)
10. Kocht met het geld het veld van de pottenbakker, waar vreemdelingen begraven werden (Mattheüs 27:6-8).
11. Barabbas (Mattheüs 27:15-26; Marcus 15:6-15; Lucas 23:18; Johannes 18:40)
12. Jezus met rust te laten omdat Hij een rechtvaardig man was. Ze had een nare droom over de Heer en ze voelde waarschijnlijk dat dit ongeluk zou brengen over het huishouden van Pilatus (Matteüs 27:19).
13. Alexander en Rufus (Marcus 15:21)
14. “Jezus van Nazareth, Koning der Joden” (Lucas 19:19). Het werd geschreven in drie verschillende talen volgens Johannes 19:20; Hebreeuws, Grieks en Latijn.
15. “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.” (Lucas 23:34)
“Voorwaar, Ik zeg u: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.” (Lucas 23:43)
“…zeide Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie uw zoon! Toen zeide hij tot den discipel: Zie, uw moeder!” (Johannes 19:26, 27)
“Eli, Eli, lama sabachthani? dat is te zeggen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” (Mattheüs 27:46; Marcus 15:34)
“Ik heb dorst.” (Johannes 19:28)
“Het is volbracht.” (Johannes 19:30)
“Vader, in uw handen beveel ik mijn geest.” (Lucas 23:46)
16. “Waarlijk dit was de Zoon van God” (Mattheüs 27:54). Iets andere uitspraken, maar hetzelfde idee vinden we in Marcus 15:39; Lucas 23:47.
17. Het voorhangsel in de tempel was van boven tot onder gescheurd (Mattheüs 27:51). Wij noemen deze toegang tot God het “priesterschap van de gelovige”. Dit betekent dat christenen tot Gods troon kunnen naderen door gebed zonder dat zij een menselijke bemiddelaar of priester nodig hebben. Omdat het voorhangsel van boven naar beneden werd gescheurd, is dat symbolisch voor het feit dat het God is die ons toegang verleent en niet dat wij ons een weg hebben gebaand naar Gods troonzaal; wat geïmpliceerd zou kunnen worden als het voorhangsel van beneden naar boven was gescheurd.
18. Drie uur (Mattheüs 27:45; Marcus 15:33; Lucas 23:44-45). Van 12 uur ’s middags tot 3 uur ’s middags.
19. Jozef van Arimathea en Nicodemus (Johannes 19:38-42). Het is interessant dat deze twee mannen Jezus niet volgden toen Hij door de streek reisde, maar zij waren erbij toen alle uitgesproken discipelen de Heer hadden verlaten.
20. Maria Magdalena (Marcus 16:9)
Heeft u vragen die te maken hebben met wat de Bijbel zegt over de Paastijd die u zou willen delen? Voel je vrij om de vragen & A in de commentaar sectie hieronder te delen.
Kijk eens naar wat de Bijbel nog meer zegt over de opstanding:
Historisch bewijs van de opstanding van Jezus Christus