Tegen het einde van 1916 had Carranza de controle over elke Mexicaanse staat behalve Chihuahua en Morelos. Het was tijd om de revolutie te legitimeren, een nieuwe grondwet op te stellen en tot president te worden gekozen. In november 1916 nodigde hij Mexico’s nieuwe politieke klasse, voornamelijk hervormers uit de middenklasse, uit voor een Grondwettelijke Conventie in Santiago de Querétaro, Mexico. De helft van de aanwezigen had aan de universiteit gestudeerd en had een professionele graad, en slechts 30% had in de revolutie gevochten. Ze waren jong, ambitieus en relatief apolitiek. Carranza had gedacht dat de nieuwe grondwet vergelijkbaar zou zijn met die van 1857, maar de meeste afgevaardigden waren liberalen uit de twintigste eeuw, die in Mexico als radicalen werden beschouwd, zoals generaal Francisco Múgica van Michoacan.
De grondwet van 1917, die bijna 100 jaar later nog steeds van kracht is, telt 137 artikelen. Deze definiëren het staatsburgerschap, organiseren een regering, schrijven landhervormingen voor, en geven een opsomming van fundamentele mensenrechten voor alle Mexicanen. Onderverdeeld in tien thematische titels somt de grondwet de mensenrechten op, definieert zij het nationale burgerschap, geeft zij een overzicht van de aanverwante rechten en specificeert zij de vrijheden van buitenlanders die in het land verblijven. De grondwet regelt de regering, de openbare dienst en het maatschappelijk welzijn, en Mexico Stad als hoofdstad, met het Federale District als aparte entiteit, los van de jurisdictie van de deelstaten.
De Revolutie heeft iedereen op de conventie diep getroffen, en het document weerspiegelt hun ervaringen. Het bevat drie essentiële artikelen, de nummers 3, 27, en 123. Artikel 3 stelde gratis, verplicht en seculier openbaar onderwijs in, vrij van kerkelijk toezicht, en seculariseerde de Mexicaanse staat. Artikel 27 bepaalde dat land dat tijdens het Porfiriato van de boeren was afgenomen, moest worden teruggegeven, zelfs als het geen geschreven eigendomstitel had. De regering kon ook alle land in beslag nemen dat niet “naar behoren” werd gebruikt, en het herbestemmen voor het algemeen belang. Ook werd het buitenlanders verboden grond te bezitten binnen een straal van 100 km van een landsgrens of 50 km van de zee. Artikel 123 van de wet voorziet in een 8-urige werkdag, een 6-daagse werkweek, een minimumloon en gelijke beloning voor gelijk werk. Het gaf zowel arbeid als kapitaal het recht zich te organiseren en werknemers konden collectief onderhandelen en staken. Het document werd op 5 februari 1917 geratificeerd. Bijgevoegd is een PDF van de volledige tekst van de grondwet van 1917, die in de meeste Mexicaanse kranten integraal werd afgedrukt toen hij eenmaal was geratificeerd. Dit exemplaar werd gepubliceerd in de Diario Oficial op 5 februari 1917.