Amethyst, een doorzichtige, grofkorrelige variëteit van het kiezelzuurmineraal kwarts, dat als halfedelsteen wordt gewaardeerd om zijn violette kleur. De fysische eigenschappen zijn die van kwarts, maar het bevat meer ijzeroxide (Fe2O3) dan enige andere kwartsvariëteit, en deskundigen geloven dat de kleur het gevolg is van het ijzergehalte. Andere theorieën schrijven de kleur toe aan mangaan of koolwaterstoffen. Verhitting verwijdert de kleur uit amethist of verandert het in het geel van citrien; de meeste commerciële citrien wordt op deze manier gemaakt. Opmerkelijke vindplaatsen van amethist zijn onder meer die in Brazilië, Uruguay, Ontario en North Carolina.
De naam, afgeleid van het Griekse amethystos, “niet bedwelmd”, drukt het oude volksgeloof uit dat de steen zijn eigenaar beschermt tegen dronkenschap. In oude geschriften werd de Latijnse naam amethystus gebruikt voor amethist, purperkorund, en purperen granaat. Amethist is de geboortesteen van februari en wordt meestal gefacetteerd met getrapte slijpvormen of smaragd slijpvormen, maar hij wordt sinds de oudheid ook gebruikt voor gebeeldhouwde intaglio’s. Amethist wordt in de Bijbel (Exodus 28:19; 39:12) genoemd als een van de 12 stenen die het borstschild (ḥoshen) van de hogepriesters van Jahweh sierden.