Evangelista Torricelli, (geboren 15 okt. 1608, Faenza, Romagna – overleden 25 okt. 1647, Florence), Italiaans natuurkundige en wiskundige die de barometer uitvond en wiens werk op het gebied van de meetkunde bijdroeg tot de uiteindelijke ontwikkeling van de integraalrekening. Geïnspireerd door Galileo’s geschriften schreef hij een verhandeling over mechanica, De Motu (“Over Beweging”), die indruk maakte op Galileo. In 1641 werd Torricelli uitgenodigd om naar Florence te komen, waar hij de bejaarde astronoom als secretaris en assistent diende gedurende de laatste drie maanden van Galileo’s leven. Torricelli werd vervolgens benoemd om hem op te volgen als professor in de wiskunde aan de Florentijnse Academie.
Twee jaar later vulde hij, naar aanleiding van een suggestie van Galileo, een glazen buis van 1,2 meter lang met kwik en keerde de buis om in een schaal. Hij merkte op dat een deel van het kwik er niet uitstroomde en dat de ruimte boven het kwik in de buis een vacuüm was. Torricelli werd de eerste man die een aanhoudend vacuüm creëerde. Na veel observatie concludeerde hij dat de variatie van de hoogte van het kwik van dag tot dag werd veroorzaakt door veranderingen in de atmosferische druk. Hij publiceerde zijn bevindingen echter nooit, omdat hij zich te zeer bezighield met de studie van zuivere wiskunde – waaronder berekeningen van de cycloïde, een geometrische kromme die wordt beschreven door een punt op de rand van een draaiend wiel. In zijn Opera Geometrica (1644; “Geometrische werken”) verwerkte Torricelli zijn bevindingen over vloeistof- en projectielbewegingen.