Het aantal mensen met dementie neemt dramatisch toe (1;2). Neem bijvoorbeeld Canada. Bij een op de vier Canadezen van 85 jaar en ouder is deze aandoening vastgesteld, en het aantal mensen met deze diagnose verdubbelt elke vijf jaar (1). Wereldwijd lijden ongeveer 50 miljoen mensen aan dementie, wat jaarlijks meer dan 948 miljard dollar kost (2;3). Op basis van deze cijfers is het geen verrassing dat het voorkomen van dementie bovenaan de agenda staat van zowel mensen, mantelzorgers, zorgverleners als beleidsmakers.
Dementie – die meestal wordt veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer (4-6)-is een achteruitgang van cognitieve vermogens (4). Het tast zaken aan als geheugen, begrip, taal en probleemoplossend vermogen. Dementie wordt na verloop van tijd erger en kan de kwaliteit van leven en het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren aanzienlijk beïnvloeden (4).
Voordat iemand dementie krijgt, kan er sprake zijn van Mild Cognitive Impairment, ook bekend als MCI (4). Bij iemand met MCI gaan de cognitieve veranderingen verder dan wat bij veroudering te verwachten is, maar wordt het dagelijks functioneren niet ernstig aangetast (4). Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van MCI, kunnen veranderingen in het geheugen, het beoordelingsvermogen en het denken leiden tot toenemende vergeetachtigheid, grotere impulsiviteit en het op een zijspoor worden gezet bij het spreken of lezen (7). Deze veranderingen zijn echter niet ernstig genoeg om iemands vermogen om dagelijkse routineactiviteiten uit te voeren, te onderbreken (4).
Het is nu bekend dat de veranderingen die tot dementie of MCI leiden, al lang voor het ontstaan van de symptomen beginnen (4;8), wat een mogelijkheid biedt om het begin van de ziekte te voorkomen. Een populair idee is dat vitaminen of mineralen (of beide) de cognitieve achteruitgang kunnen tegengaan. Vitaminen en mineralen zijn nodig om het lichaam soepel te laten functioneren (4;9), en kunnen van nature voorkomen in ons voedsel of worden gekocht als vrij verkrijgbare supplementen (4;10).
Vrij verkrijgbare supplementen zijn een snelgroeiende markt, waar consumenten elk jaar miljarden dollars aan uitgeven. Maar zijn ze het geld waard als het gaat om de preventie van dementie?
Wat het onderzoek ons vertelt
Een systematische review vergeleek mensen die vitamines of mineralen slikten, met name vitamine A, B, C, D en E, bètacaroteen, calcium, zink, koper, foliumzuur, selenium en multivitamines, met mensen die dat niet deden. Uit dit onderzoek is niet gebleken dat het gebruik van vitaminen of mineralen dementie of cognitieve achteruitgang voorkomt bij volwassenen van middelbare of oudere leeftijd die geen tekenen van cognitieve achteruitgang vertonen. Hoewel sommige studies in de review vonden dat vitamine C en bètacaroteen kunnen leiden tot een betere algemene cognitie wanneer ze op lange termijn worden genomen (gedurende 5 tot 18 jaar), omdat deze studies van lage kwaliteit waren, is het niet duidelijk of de resultaten betrouwbaar zijn (4).
Een andere systematische review keek naar vrij verkrijgbare supplementen, met name vitamine B, C, D, E, bètacaroteen, omega-3 vetzuren, gingko biloba soja, foliumzuur, calcium en multivitaminen, en kwam tot vergelijkbare resultaten, namelijk dat er momenteel niet genoeg bewijs is om het gebruik van vrij verkrijgbare supplementen ter voorkoming van cognitieve achteruitgang te ondersteunen. Dit werd gevonden voor zowel volwassenen met normale cognitie, als voor die met MCI. Het is ook vermeldenswaard dat twee van de studies in deze review aantoonden dat foliumzuur en vitamine B12 het geheugen zouden kunnen verbeteren als ze twee jaar lang werden ingenomen, maar ook hier waren de studies van lage kwaliteit (9).
En waar staan we dan?
Hoewel het huidige onderzoek aantoont dat vitamines en mineralen cognitieve achteruitgang of dementie niet kunnen voorkomen, is er nog geen hoop verloren. Onderzoek heeft uitgewezen dat lichaamsbeweging – zowel voor je lichaam als voor je hersenen – de cognitieve functie kan helpen verbeteren.