Vijftig jaar geleden richtte Doug Tompkins The North Face op om ontdekkingsreizigers uit te rusten met materiaal waarmee ze moeilijkere doelen konden bereiken dan ooit tevoren. Maar een vraag die regelmatig opduikt, is waar de naam ‘The North Face’ vandaan komt. Als je de FAQ op thenorthface.com leest, vind je dit antwoord:
“Op het noordelijk halfrond is de noordkant van een berg over het algemeen de koudste, ijskoudste en meest formidabele route om te beklimmen. Onze oprichters dachten dat deze naam onze missie en toewijding aan het extreme weerspiegelde.”
Het is een interessant idee, maar het roept wel de vraag op: Wat maakt de noordwand zo “formidabel”?
Op het noordelijk halfrond is het inderdaad zo dat de noordwand meestal kouder en ijler is dan de andere wanden van een bepaalde berg. Zowel op dagelijkse als op jaarlijkse basis ontvangt de noordzijde minder zonlicht en brengt meer tijd in de schaduw door, waardoor sneeuw en ijs een grotere kans hebben om het hele jaar door te blijven liggen. Een groep klimmers die de noordkant van een piek wil beklimmen, moet zich in één dag voorbereiden op rots, sneeuw en ijs. Zelfs als de omstandigheden niet bijzonder verraderlijk zijn, kunnen bevroren tenen en een gebrek aan zonlicht psychologische moeilijkheden toevoegen aan elke noordelijke benadering.