Wanneer individuen een nieuw object of een nieuwe situatie evalueren, moeten ze de positieve en negatieve aspecten ervan integreren. Wij stellen dat een dergelijke valentie-weging in wezen een oefening in attitude-generalisatie is. Individuen moeten afwegen in welke mate de nieuwe stimulus lijkt op gebeurtenissen uit het verleden die positief bleken te zijn, versus gebeurtenissen uit het verleden ten opzichte waarvan ze een negatieve houding hebben. We geven een overzicht van een onderzoek waarin de neiging van individuen tot valentie-afweging wordt beoordeeld door na te gaan hoe hun vooraf vastgestelde attitudes generaliseren naar gelijkaardige maar nieuwe attitude-objecten. Sommige individuen laten zien dat hun positieve attitudes sterker generaliseren dan hun negatieve attitudes, waarbij gelijkenissen met een bekend positief object zwaarder wegen dan gelijkenissen met een bekend negatief object. Anderen vertonen de omgekeerde tendens. Talrijke studies worden besproken die aantonen dat individuele verschillen in deze valentieafwijking oordelen over nieuwe stimuli voorspellen op een groot aantal domeinen, waaronder gevoeligheid voor interpersoonlijke afwijzing, inschatting van bedreigingen, het nemen van risico’s, en exploratief gedrag. Aanvullend onderzoek laat zien onder welke omstandigheden dit individuele verschil het meest waarschijnlijk tot uiting komt. De causale invloed ervan wordt aangetoond door experimenten waarin de valentiegewichten van individuen opnieuw worden gekalibreerd. We bespreken ook de relatie tussen valentie-weging en verschillende vormen van valentie asymmetrie die kunnen ontstaan tijdens attitude-vorming. Daarbij vatten we bijkomend onderzoek samen naar een individueel verschil dat verband houdt met het differentieel aanleren van attitudes bij het ontvangen van positieve versus negatieve informatie over de uitkomst, en onderscheiden we deze leervoorkeur van de wegingsvoorkeur. Als geheel verbinden de onderzoeksbevindingen fundamentele attitudinale processen met persoonlijkheid, wat de waarde illustreert van het beschouwen van systematische variabiliteit in evaluatieprocessen als fundamentele individuele verschillen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.