De term ‘structuralisme’ kan worden toegepast op elke analyse die structuren en relaties benadrukt, maar gewoonlijk wordt hiermee een twintigste-eeuwse Europese (vooral Franse) denkschool aangeduid die de methoden van de structurele linguïstiek toepast op de studie van sociale en culturele verschijnselen. Uitgaande van het inzicht dat sociale en culturele verschijnselen geen fysieke objecten en gebeurtenissen zijn, maar objecten en gebeurtenissen met betekenis, en dat hun betekenisgeving daarom centraal moet staan in de analyse, verwerpen structuralisten causale analyse en elke poging om sociale en culturele verschijnselen één voor één te verklaren. In plaats daarvan richten zij zich op de interne structuur van culturele objecten en, nog belangrijker, op de onderliggende structuren die deze mogelijk maken. Om bijvoorbeeld stropdassen te onderzoeken, zou het structuralisme trachten te reconstrueren (1) de interne structuur van stropdassen (de tegenstellingen – breed/smal, luid/zacht – die verschillende soorten stropdassen in staat stellen verschillende betekenissen te dragen voor leden van een cultuur) en (2) de onderliggende ‘vestimentaire’ structuren of systemen van een bepaalde cultuur (hoe verhouden stropdassen zich tot andere kledingstukken en het dragen van stropdassen tot andere sociaal-gecodeerde handelingen).
Ferdinand de Saussure, de grondlegger van de structurele linguïstiek, benadrukt dat om taal te bestuderen, analisten een linguïstisch systeem moeten beschrijven, dat bestaat uit structuren, niet uit substantie. De fysieke klank van een woord of teken is irrelevant voor de linguïstische functie ervan: wat telt zijn de relaties, de contrasten, die tekens van elkaar onderscheiden. Zo kan in morsecode de punt van een beginner langer zijn dan het streepje van een expert: de structurele relatie, het onderscheid, tussen punt en streepje is wat telt.
Voor het structuralisme is het cruciale punt dat het object van analyse niet het corpus van uitingen is dat taalkundigen zouden kunnen verzamelen, dat wat Saussure identificeert als parole (spraak), maar het onderliggende systeem (la langue), een set van formele elementen die in relatie tot elkaar gedefinieerd zijn en die op verschillende manieren gecombineerd kunnen worden om zinnen te vormen. Met het argument dat de analyse van relatiesystemen de juiste manier is om menselijke verschijnselen te bestuderen, dat onze wereld niet uit dingen bestaat maar uit relaties, beweren structuralisten vaak een nieuw paradigma te bieden voor de menswetenschappen. In Frankrijk verdrong het structuralisme in de jaren zestig het existentialisme als publieke filosofische stroming. In filosofisch opzicht hebben de voorstanders van het structuralisme er naar gestreefd het te onderscheiden van de fenomenologie.