De VARK (visueel, auditieve, lees/schrijf en kinesthetische) leerstijl valt onder de paraplu van Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP). NLP “omvat de drie meest invloedrijke componenten die betrokken zijn bij het produceren van menselijke ervaring: neurologie, taal en programmering” (Dilts, 2016, para. 1). NLP onderzoekt de interacties tussen hoe neurologie (geest) en linguïstiek (taal) binnen een individu gedrag (programmering) beïnvloeden.
Visuele lerenden leren door te zien. Zij hebben een groot vermogen om visueel te herinneren. Zij geven er de voorkeur aan te leren met behulp van visuele voorstellingen zoals grafieken, posters, kaarten, displays. Ze gebruiken vaak handbewegingen tijdens het praten en hebben de neiging om naar boven te kijken wanneer ze denken (Pritchard, 2009). Fleming, de bedenker van de VARK-leertheorie, voegde eraan toe dat moet worden erkend dat visuele leerlingen de voorkeur geven aan grafische voorstellingen. Het geschreven woord zou niet zo waardevol zijn, vooral wanneer het gebruikt wordt als een visuele toevoeging in een klaslokaal met alleen woorden op media. “Het moet meer zijn dan alleen woorden in vakken die nuttig zouden zijn voor degenen die een Lees/Schrijf voorkeur hebben” (Fleming, 2017).
Aurale/auditieve leerders leren door te luisteren. Ze hebben een voorkeur voor de audio en hebben een hoog vermogen tot auditief herinneren. Ze geven de voorkeur aan herhaling, samenvattingen en hebben baat bij discussies, lezingen, verhalen, Podcasts. Deze leerlingen hebben de neiging hun hoofd te kantelen en oogbewegingen te maken wanneer ze zich concentreren of informatie oproepen (Pritchard, 2009). Binnen deze leerstijl voegde Fleming chatten en e-mail toe omdat ze meer “afkortingen, spreektaal, slang en niet-formeel taalgebruik” bezitten (2017).
Lees/schrijf-leerders vertrouwen sterk op het geschreven woord. Deze voorkeur van leerstijl wordt het meest gebruikt door traditionele opvoeders. De lees/schrijf-leerder geeft de voorkeur aan tekst als zowel een manier om informatie te verzamelen als om informatie te delen. “Mensen die de voorkeur geven aan deze modaliteit zijn vaak verslaafd aan PowerPoint, het internet, lijsten, agenda’s, woordenboeken, thesauri, citaten en woorden” (Fleming, 2017).
Kinesthetische lerenden vertrouwen op doen om te leren. Ze zijn sterk afhankelijk van interacties binnen de leeromgeving en vooral met hun lichaam. Ze zullen zich gemakkelijk gebeurtenissen of informatie herinneren die verbonden zijn aan een ervaring of de gevoelens van een fysieke gebeurtenis. Zij leren het best via uitstapjes, fysieke activiteit, het manipuleren van voorwerpen en aanraking. Kinesthetische leerlingen hebben de neiging veel moeite te hebben met stilzitten en hebben frequente pauzes nodig bij het leren.
In de VARK-theorie zijn er ook Multimodale leerlingen, wat vaak over het hoofd wordt gezien! Dit zijn lerenden die geen gedefinieerde voorkeur of statistische score vertonen die hoog boven de anderen uitsteekt. Deze leerlingen bezitten het vermogen om twee of meer leermethodes te gebruiken. Zij kunnen de ene leermethode in de ene situatie gebruiken en een andere in een andere situatie.
Hoe bepalen lerenden hun leerstijl? Fleming heeft een vragenlijst ontworpen die helpt bij het identificatieproces. Deze vragenlijst is als hulpmiddel bij deze les gevoegd.
Laten we nu eens onderzoeken hoe je deze informatie kunt gebruiken.
Met uw nieuwe begrip van de VARK-leerstijl, beantwoordt u deze vragen om een beter inzicht te krijgen in uw leerstijl:
- Wat is uw overheersende leerstijl?
- Welke bewijzen/ervaringen hebt u gehad die deze identificatie helpen verifiëren?
- Welke suggesties worden gedaan om u te helpen bij uw leerstijl?
- Wat zijn de verschillen in hoe u momenteel leert en hoe u met uw leerstijl effectiever kunt zijn?