Schumachers critici (en dat waren er veel) merkten vaak vrolijk op dat hij niet was opgeleid voor het maken van films, maar voor mode, en dat hij de filmindustrie was binnengekomen als kostuumontwerper. Maar dat oog voor flash en stijl was duidelijk wat Warner Bros. nodig had in die tijd, na de sombere en borderline monochromatische look van Burton’s Batmen – die minder comic-book films waren dan graphic-novel films, waarbij zichtbaar moeite werd gedaan om zich te onderscheiden van de campy en kleurrijke jaren ’60 televisieserie die nog steeds groot opdoemde in de populaire verbeelding.
“Batman Forever,” aan de andere kant, opende zijn armen voor die invloed. Het scenario – van Lee Batchler, Janet Scott Batchler, en Akiva Goldsman – is vrolijk goofy, gevuld met melige one-liners en leering dubbele bodems. Schumacher en zijn cinematograaf, Stephen Goldblatt (genomineerd voor een Oscar, één van de drie nominaties voor de film), proppen hun Hollandse kaders vol met snoep-coated kleuren, neon lichten en opbollend droog ijs, terwijl Elliot Goldenthal’s muzikale score de orkestrale pompositeit van Danny Elfman’s eerdere “Batman” thema’s neemt en het opvoert tot 11. Ook de acteurs gaan voor de gusto: Jim Carrey is op zijn meest losgeslagen (geen geringe prestatie), Tommy Lee Jones kauwt decor alsof het zijn eerste maaltijd in weken is, en Nicole Kidman vamps it up als de dochter Dietrich waarvan ze niet wist dat ze had.