Traag lopend over het natte zand met de handen in de zakken en de blote voeten schoppend tegen het water dat langs zijn tenen kabbelde, wenste Guillermo (Gee-yer-mo) dat hij een cadeautje had om zijn vriend Philip te verwelkomen. Philip zou spoedig in Baja, Californië aankomen, na een reis met zijn gezin langs de zeekust van Oregon. Twee jaar geleden waren de twee jongens nog buren geweest in Arizona. Zal Philip net zo zijn? vroeg hij zich af. Hij vreesde dat ze misschien niet meer van dezelfde dingen zouden houden.
Guillermo bukte zich om een platte, grijze, rondachtige zeeschelp op te rapen die bijna verborgen lag in het natte zand. Het was een zand dollar! Hij draaide hem om in zijn hand met het gevoel van ontzag en verwondering dat hij altijd voelde als hij aan de legende van de schelp dacht. Hij stak de schelp in de zak van zijn spijkerbroek toen hij het geluid van zijn moeders stem vanaf de bluff hoorde dalen.
“Guillermo, het is tijd.”
Hij beklom het kronkelige pad de bluff op naar hun rode bakstenen huis aan de top en opende de zware houten deur om een koele, met tegels omrande kamer binnen te gaan.
“Schiet op, Guillermo, en help me de tafel te dekken,” drong zijn moeder aan. “Philip’s ouders willen hun lunch, zodat ze op weg kunnen naar Cabo San Lucas. Wat fijn dat Philip een hele week bij jullie kan blijven!”
Guillermo was net klaar met een fleurig kleed op tafel te leggen en had zich omgekleed in een schoon T-shirt toen hij een auto de tuin hoorde oprijden.
“Daar zijn ze,” zei zijn moeder. “Zeg dat tegen Papa.”
“Papa, ze zijn er!” riep Guillermo. Toen haastte hij zich naar buiten, een hand in zijn zak.
Een roodharige jongen liep op hem af met een pakje in zijn hand.
“Hola (hallo), Guillermo, como está usted (hoe gaat het met je)?”
“Met mij gaat het goed, Philip,” antwoordde Guillermo.
“Ik heb Spaans geoefend,” legde zijn vriend uit. “Kijk eens wat ik voor je heb meegebracht.” Hij duwde het pakje in Guillermo’s hand en zei opgewonden: “Maak het open, oké?”
Guillermo opende het pakje. Er zat een plastic vliegende schotel in.
“Muchas gracias, Felipe (hartelijk dank, Philip),” zei hij grijnzend.
Opnieuw wenste hij dat hij een welkomstgeschenk voor Philip had. Toen herinnerde hij zich de zanddollar die hij had opgeraapt. Hij stak zijn hand in zijn zak en haalde de platte zeeschelp tevoorschijn.
“Ik heb ook een cadeautje voor jou, Philip. Het spijt me dat het niet ingepakt is.”
“Zo’n schelp heb ik nog nooit gezien,” zei Philip. “Wat is het?”
“Het is een zand dollar. Maar sommige mensen noemen het een sleutelgat-egel. Hij komt voor aan de Golfkust en de Atlantische kust. Laten we na het eten naar mijn kamer gaan en dan zal ik je erover vertellen.”
Later toen ze zijn slaapkamer bereikten, opende Guillermo een schoenendoos op zijn dressoir en haalde er een droge, door de zon gebleekte zanddollar uit. “De legende,” begon Guillermo, “zegt dat deze schelp het verhaal vertelt van de geboorte en de dood van Jezus.”
“Hoe kan een zanddollar dat doen?” vroeg Philip.
Guillermo wees naar de schelp in zijn hand.
“De markeringen zijn op deze droge schelp beter te zien dan op die van jou. Kijk, op de achterkant staat een paaslelie. In het midden staat de ster die de wijzen naar het Christuskind leidde.”
Guillermo draait de schelp om. “Hier op de andere kant staan de tekens van de kerstster. In het midden zitten vijf gaten, die de wonden in Jezus’ lichaam voorstellen, toen Hij gekruisigd werd.”
“Wow!” zei Philip, “dat is interessant.” Toen, terwijl hij goed naar de gaten keek, dacht hij aan iets anders en vroeg: “Hoe beweegt de schelp?”
“Als het leeft is het bedekt met bruine, haarachtige stekels, en het beweegt daarmee. Het is een dier zoals de zeester.” Guillermo wees naar een klein gaatje in de bodem van de schelp. “Het neemt hierlangs voedsel op.” Hij overhandigde de schelp aan Philip. “Hier, schud er maar eens mee,” stelde hij zijn vriend voor.
Guillermo keek toe hoe Philip de schelp zachtjes schudde en er zand uit viel.
“Wat zit er in, nog meer zand?” vroeg Philip.
“Nee. Steek je hand uit. Kijk nu.”
Guillermo brak de zanddollar open en er vielen verschillende kleine witte vleugelachtige voorwerpen uit.
“Het zijn net opgevouwen vlinders van ivoor of been!” Philip riep uit.
“De legende zegt dat het de witte duiven zijn die goodwill en vrede verspreiden,” legde Guillermo uit.
“Dat is echt gaaf,” zei Philip. “Kunnen we nog meer zanddollars op het strand zoeken?”
“Natuurlijk, Philip. Wist je dat sommige vrouwen hangers van goud dragen, gegoten van echte zanddollars? Andere mensen rijgen zanddollars aan touwtjes en gebruiken ze als windklokkenspel.”
“Ik kan een klokkenspel voor mijn moeder maken!” zei Philip opgewonden. “Of misschien kan ik een ketting voor haar maken voor Kerstmis. Jongen, Guillermo, ik ben zo blij dat ik gekomen ben!”