Naturalisme is een stroming in het Europese drama en theater die zich aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw ontwikkelde. Het verwijst naar theater dat probeert een illusie van realiteit te creëren door middel van een reeks dramatische en theatrale strategieën. De belangstelling voor het naturalisme bloeide vooral bij de Franse toneelschrijvers van die tijd, maar het meest succesvolle voorbeeld is Strindbergs toneelstuk Miss Julie, dat werd geschreven met de bedoeling om zowel zijn eigen specifieke versie van naturalisme na te leven, als de versie die werd beschreven door de Franse romanschrijver en literair theoreticus Émile Zola.
Zola’s term voor naturalisme is la nouvelle formule. De drie belangrijkste principes van het naturalisme (faire vrai, faire grand en faire simple) zijn ten eerste dat het stuk realistisch moet zijn, en het resultaat van een zorgvuldige studie van het menselijk gedrag en de psychologie. De personages moeten van vlees en bloed zijn; hun drijfveren en handelingen moeten gegrond zijn in hun erfelijkheid en omgeving. De presentatie van een naturalistisch toneelstuk, in termen van de setting en de voorstellingen, moet realistisch zijn en niet flamboyant of theatraal. Het enige decor van Miss Julie, bijvoorbeeld, is een keuken. Ten tweede, de conflicten in het stuk moeten kwesties zijn van betekenisvolle, levensveranderende betekenis – geen kleine of onbeduidende. En ten derde moet het stuk eenvoudig zijn – niet volgepropt met ingewikkelde subplots of lange uiteenzettingen.
Darwinistische opvattingen doordringen naturalistische toneelstukken, vooral wat betreft de bepalende rol van de omgeving op het karakter, en als motivatie voor gedrag. Naturalisme benadrukt alledaagse spreekvormen, plausibiliteit in de manier van schrijven (geen geesten, spoken of goden die tussenbeide komen in de menselijke actie), een keuze van onderwerpen die hedendaags en redelijk zijn (geen exotische, buitenwereldse of fantastische plaatsen, noch historische of mythische tijdsperioden); een uitbreiding van het sociale spectrum van geportretteerde karakters (niet alleen de aristocraten van het klassieke drama, maar ook de burgerlijke en arbeidersklasse protagonisten) en sociale conflicten; en een stijl van acteren die de indruk van de werkelijkheid probeert te herscheppen.
Naturalisme werd voor het eerst expliciet bepleit door Émile Zola in zijn essay uit 1880 getiteld Naturalism on the Stage.