door Citizens Commission on Human Rights
Alle mensenrechtenorganisaties stellen codes op waarop zij hun doelen en activiteiten afstemmen. De Verklaring van de Rechten van de Mens inzake Geestelijke Gezondheid verwoordt de leidende principes van CCHR en de standaarden waartegen mensenrechtenschendingen door de psychiatrie meedogenloos worden onderzocht en aan de kaak gesteld.
A. Het recht op volledige geïnformeerde toestemming, inclusief:
1.
1. De wetenschappelijke/medische test die alle vermeende diagnoses van psychiatrische stoornissen bevestigt en het recht om alle psychiatrische diagnoses van geestelijke “ziekten” te weerleggen die niet medisch bevestigd kunnen worden.
2. Volledige openbaarmaking van alle gedocumenteerde risico’s van elk voorgesteld medicijn of “behandeling.”
3. Het recht om geïnformeerd te worden over alle beschikbare medische behandelingen die niet het toedienen van een psychiatrisch medicijn of behandeling inhouden.
4. Het recht om elke behandeling te weigeren die de patiënt schadelijk acht.
B. Niemand mag tegen zijn wil een psychiatrische of psychologische behandeling ondergaan.
C. Niemand, man, vrouw of kind, mag zijn persoonlijke vrijheid worden ontzegd op grond van geestelijke ziekte, zogenaamd, zonder een eerlijke juryrechtspraak door leken en met de juiste wettelijke vertegenwoordiging.
D. Niemand mag worden opgenomen of vastgehouden in een psychiatrische inrichting, ziekenhuis of faciliteit vanwege zijn of haar politieke, religieuze of culturele overtuigingen en praktijken.
E. Iedere patiënt heeft:
1. Het recht om als mens met waardigheid behandeld te worden.
2. Het recht op ziekenhuisvoorzieningen zonder onderscheid naar ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke overtuiging, sociale afkomst of status op grond van geboorte of eigendom.
3. Het recht op een grondig, lichamelijk en klinisch onderzoek door een bevoegde geregistreerde huisarts naar keuze, om zich ervan te vergewissen dat zijn geestelijke toestand niet veroorzaakt wordt door een onopgemerkte en onbehandelde lichamelijke ziekte, verwonding of afwijking en het recht om een tweede medische opinie naar keuze in te winnen.
4. Het recht op volledig uitgeruste medische faciliteiten en adequaat opgeleid medisch personeel in ziekenhuizen, zodat competente lichamelijke, klinische onderzoeken kunnen worden uitgevoerd.
5. Het recht om de soort of type therapie te kiezen, en het recht om dit te bespreken met een huisarts, genezer of predikant van zijn keuze.
6. Het recht om alle bijwerkingen van elke aangeboden behandeling duidelijk en begrijpelijk gemaakt te krijgen voor de patiënt, in geschreven vorm en in de moedertaal van de patiënt.
7. Het recht om een behandeling te aanvaarden of te weigeren, maar in het bijzonder het recht om sterilisatie, elektroshockbehandeling, insulineshock, lobotomie (of elke andere psychochirurgische hersenoperatie), aversietherapie, narcotherapie, diepe-slaaptherapie en alle geneesmiddelen die ongewenste bijwerkingen hebben, te weigeren.
8. Het recht om, zonder represailles, officiële klachten in te dienen bij een onafhankelijke commissie die is samengesteld uit niet-psychiatrisch personeel, juristen en leken. Klachten kunnen elke vorm van foltering, wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing betreffen die men onder psychiatrische behandeling heeft ondergaan.
9. Het recht om privé-adviezen te krijgen van een juridisch adviseur en om gerechtelijke stappen te ondernemen.
10. Het recht om zich te allen tijde te ontslaan en om zonder beperking ontslagen te worden, daar men geen overtreding heeft begaan.
11. Het recht om zijn eigen bezittingen en zaken te beheren met een juridisch adviseur, indien nodig, of, indien onbekwaam bevonden door een rechtbank, een door de staat aangestelde executeur te hebben om deze te beheren totdat men bekwaam wordt verklaard. Deze executeur is verantwoording schuldig aan de naaste verwanten van de patiënt, of aan zijn juridisch adviseur of voogd.
12. Het recht om zijn ziekenhuisdossiers in te zien en te bezitten en om gerechtelijke stappen te ondernemen tegen eventuele onjuiste informatie daarin die schadelijk kan zijn voor zijn reputatie.
13. Het recht om strafvervolging in te stellen, met volledige assistentie van wetshandhavers, tegen iedere psychiater, psycholoog of ziekenhuispersoneel voor mishandeling, valse opsluiting, mishandeling tijdens de behandeling, seksueel misbruik of verkrachting, of iedere overtreding van de wet op de geestelijke gezondheid of andere wetten. En het recht op een wet op de geestelijke gezondheid die geen vrijwaring biedt of de straffen wijzigt voor criminele, mishandelende of nalatige behandeling van patiënten door een psychiater, psycholoog of ziekenhuispersoneel.
14. Het recht om psychiaters, hun verenigingen en colleges, de instelling of het personeel aan te klagen wegens onwettige opsluiting, valse rapporten of schadelijke behandeling.
15. Het recht om te werken of te weigeren te werken, en het recht op een rechtvaardige vergoeding op een loonschaal vergelijkbaar met vakbonds- of staats/nationale lonen voor vergelijkbaar werk, voor al het werk dat verricht wordt terwijl men opgenomen is.
16. Het recht op onderwijs of opleiding, zodat men na ontslag in zijn levensonderhoud kan voorzien, en het recht om te kiezen welk soort onderwijs of opleiding wordt genoten.
17. Het recht om bezoek en een predikant van het eigen geloof te ontvangen.
18. Het recht om telefoongesprekken te voeren en te ontvangen en het recht op privacy met betrekking tot alle persoonlijke correspondentie naar en van wie dan ook.
19. Het recht om zich al dan niet vrijelijk te associëren met enige groep of persoon in een psychiatrische inrichting, ziekenhuis of faciliteit.
20. Het recht op een veilige omgeving zonder in de omgeving personen te hebben die daar om criminele redenen zijn geplaatst.
21. Het recht om bij anderen van de eigen leeftijdsgroep te zijn.
22. Het recht om persoonlijke kleding te dragen, om persoonlijke bezittingen te hebben en een veilige plaats om deze te bewaren.
23. Het recht op dagelijkse lichaamsbeweging in de open lucht.
24. Het recht op behoorlijke voeding en op drie maaltijden per dag.
25. Het recht op hygiënische omstandigheden en niet overbevolkte faciliteiten, en op voldoende, ongestoorde vrije tijd en rust.