Het door rivieren afgezette sediment wordt alluvium genoemd. De naam is afgeleid van het Latijnse woord alluvius, dat “aangespoeld” betekent. Alluvium bestaat uit klei, slib en zand (in sommige definities wordt ook grind meegerekend) en is afkomstig van de erosie van rotsen en bodems in de bovenloop van rivierbekkens. De minerale kenmerken van het alluvium weerspiegelen dus de oorsprong ervan. Het wordt stroomafwaarts meegevoerd tot de energie of het sedimentdragend vermogen van de rivier afneemt en het water het sediment niet langer in suspensie kan meevoeren.
Tijdens het vervoer kan het sediment van fysische aard veranderen door sortering en afslijting. Sortering houdt in dat de deeltjes op basis van grootte worden gescheiden, waarbij fijnere en dus minder dichte deeltjes zoals klei verder stroomafwaarts worden meegevoerd dan grotere en grovere deeltjes zoals zand en grind. Attritie treedt op als sedimentdeeltjes tijdens het transport tegen elkaar botsen; over het algemeen veroorzaakt dit een verkleining van de deeltjesgrootte en een algemene afronding van de vorm doordat hoekig materiaal wordt afgevlakt.
De afzetting van alluvium in riviergeulen, op uiterwaarden, in estuaria, delta’s en meren vindt plaats in de loop der tijd. De erosie-, depositie- en attituderegimes van een rivier kunnen ook in de loop der tijd veranderen, afhankelijk van het klimaat en de kenmerken van het landgebruik in het stroomgebied.
Alluvium is wereldwijd wijdverspreid. Het kan vruchtbare landbouwgrond opleveren omdat het rijk is aan voedingsstoffen, en het heeft enkele van ’s werelds grootste beschavingen de middelen verschaft om zich te ontwikkelen en te gedijen. Voorbeelden hiervan zijn die van het oude EGYPTE in de Nijlvallei, die van de Indus-beschaving in de gelijknamige vallei, en die van het oude Mesopotamië in de Tigris- en Eufraatvalleien. Tegenwoordig ligt een deel van ’s werelds meest produktieve landbouwgrond op alluvium, evenals veel van ’s werelds grootste stedelijke gebieden, bij voorbeeld LONDEN, Bangkok, BUENOS AIRES, Caïro, MUMBAI (Bombay) en Sjanghai. In veel gevallen is er sprake van een belangenconflict met betrekking tot het landgebruik, aangezien de stedelijke uitbreiding concurreert met de landbouw en de sedimentwinning, hetgeen de waarde en de gewaardeerde locatie is van alluviale afzettingen.
Wanneer het alluvium uit de fijne kleideeltjes bestaat, kan het worden gebruikt voor het maken van bakstenen en aardewerk, en wanneer grind de overhand heeft, wordt het soms afgegraven voor gebruik als aggregaat voor wegen en bouwmaterialen. Als ertsdragende gesteenten voorkomen in het bovenste stroomgebied van een rivier, kan het alluvium dat het resultaat is van hun erosie, voldoende mineraalrijk zijn om winning te rechtvaardigen. De belangrijkste metaalhoudende mineralen die in alluvium worden aangetroffen zijn tin, goud en platina. Edelstenen zoals diamanten kunnen ook worden gevonden als de stroomgesteenten een bron van edelstenen zijn.