De perilymfe, die de ruimte binnen het benige labyrint rondom het membraneuze labyrint vult, is qua samenstelling vergelijkbaar, maar niet identiek aan andere extracellulaire vloeistoffen van het lichaam, zoals cerebrospinale vloeistof. De concentratie natriumionen in het perilymfe is hoog (ongeveer 150 milli-equivalent per liter), en die van kaliumionen is laag (ongeveer 5 milli-equivalent per liter), zoals dat ook geldt voor andere extracellulaire vloeistoffen. Evenals deze vloeistoffen wordt het perilymfe blijkbaar plaatselijk uit het bloedplasma gevormd door transportmechanismen die stoffen selectief de wanden van de haarvaten laten passeren. Hoewel het anatomisch mogelijk is dat cerebrospinaal vocht het slakkenhuis binnendringt via de perilymfatische ductus, hebben experimentele studies het onwaarschijnlijk doen lijken dat het cerebrospinaal vocht betrokken is bij de normale productie van perilymfe.
Het membraneuze labyrint is gevuld met endolymfe, dat uniek is onder de extracellulaire vloeistoffen van het lichaam, met inbegrip van de perilymfe, in die zin dat de concentratie kaliumionen hoger is (ongeveer 140 milli-equivalent per liter) dan de concentratie natriumionen (ongeveer 15 milli-equivalent per liter).
Het proces van vorming van de endolymfe en de instandhouding van het verschil in ionische samenstelling tussen deze en de perilymfe zijn nog niet volledig begrepen. Het Reissner membraan vormt een selectieve barrière tussen de twee vloeistoffen. Bloed-endolymfe- en bloed-perilymfe-barrières, die de passage van stoffen zoals geneesmiddelen uit het bloed naar het binnenoor regelen, blijken eveneens te bestaan. Er zijn aanwijzingen dat endolymfe wordt geproduceerd uit perilymfe als gevolg van selectief ionentransport door de epitheliale cellen van het Reissner membraan en niet rechtstreeks uit het bloed. Het secretieweefsel, de stria vascularis genoemd, in de laterale wand van de cochleaire ductus, zou een belangrijke rol spelen bij het handhaven van de hoge verhouding kalium-ionen/natrium-ionen in de endolymfe. Andere weefsels van het slakkenhuis, evenals de donkere cellen van de vestibulaire organen, die hun eigen endolymfe moeten produceren, zouden ook betrokken zijn bij het handhaven van de ionische samenstelling van de endolymfe. Omdat het membraneuze labyrint een gesloten systeem is, zijn de kwesties van de stroom en de verwijdering van de endolymfe ook belangrijk. Aangenomen wordt dat de endolymfe opnieuw wordt geabsorbeerd uit de endolymfe zak, hoewel dit slechts een deel van het verhaal blijkt te zijn. Andere cochleaire en vestibulaire weefsels kunnen ook een belangrijke rol spelen bij het regelen van het volume en het handhaven van de samenstelling van de vloeistoffen in het binnenoor.