• 1 T. Aquinas, Romans, 2:15.

Zij tonen aan dat de eisen van de wet op hun hart geschreven staan, waarbij ook hun geweten getuigt, en hun gedachten hen soms beschuldigen en op andere momenten zelfs verdedigen. 1

  • 2 T. van Aquino, Summa Theologica, I, I: 8, http://www.summatheologica.info/summa/parts/?p=1

Genade vernietigt de natuur niet, maar vervolmaakt haar.2

Inleiding tot Aquinas

1 Thomas van Aquino (1225-1274) was een intellectuele en religieuze revolutionair, die leefde in een tijd van grote filosofische, theologische en wetenschappelijke ontwikkeling. Hij was lid van de Dominicaanse Broeders, wat in die tijd als een cultus werd beschouwd, en werd onderwezen door een van de grootste intellecten van die tijd, Albertus de Grote (1208-1280). Kort samengevat wilde Aquinas afstand nemen van het denken van Plato, dat in die tijd enorm invloedrijk was, en in plaats daarvan Aristotelische ideeën introduceren in de wetenschap, de natuur en de theologie.

2Aquinas schreef een ongelooflijke hoeveelheid – in feite was een van de wonderen die aan hem toegeschreven werden de hoeveelheid die hij schreef! Zijn beroemdste werk is Summa Theologica en dit beslaat zo’n drie en een half duizend bladzijden en bevat vele fascinerende en diepgaande inzichten, zoals bewijzen voor het bestaan van God. Het boek bleef een fundamentele basis voor het katholieke denken tot in de jaren 1960! Maar wees niet bang dat we ons slechts op een paar kernideeën zullen concentreren! Met name de boeken I-II, vraag 93-95.

Motivating Natural Law Theory: Het Euthyphro Dilemma en de Goddelijke Gebodstheorie

3Het waarschijnlijke antwoord van een religieus persoon op de vraag waarom we niet mogen stelen, of overspel plegen is: “omdat God het ons verbiedt”; of als we vragen waarom we onze naaste lief moeten hebben of geld moeten geven aan liefdadigheid, dan zal het antwoord waarschijnlijk zijn: “omdat God het gebiedt”. Het leggen van dit verband tussen wat goed en verkeerd is en wat God beveelt en verbiedt, is wat men de Goddelijke Gebodstheorie (DCT) noemt.

4Er is een krachtige en invloedrijke uitdaging voor zo’n uiteenzetting die het Euthyphro dilemma wordt genoemd, naar de uitdaging die voor het eerst in Plato’s Euthyphro aan de orde werd gesteld. Het dilemma luidt als volgt: Of God beveelt dat iets goed is omdat het goed is, of het is goed omdat God het beveelt. Als God iets gebiedt omdat het goed is, dan maken Gods geboden het niet goed, Zijn geboden vertellen ons alleen wat goed is. Dit betekent dat God simpelweg buiten beeld valt als het gaat om de verklaring waarom iets goed is.

5Als aan de andere kant iets goed is omdat God het gebiedt, dan kan alles goed zijn; het doden van kinderen of het in brand steken van kerken kan moreel aanvaardbaar zijn. Maar als een morele theorie dit zegt dan lijkt het alsof de theorie fout is.

6De meeste theïsten verwerpen de eerste optie en kiezen voor de tweede optie – dat Gods geboden iets goed maken. Maar zij worden dan geconfronteerd met het probleem dat dit de moraal willekeurig maakt. Dit “willekeurigheidsprobleem”, zoals het soms genoemd wordt, is de reden dat velen, waaronder Aquinas, de Goddelijke Gebodstheorie opgeven.

7Dus voor Aquinas welke rol, als die er al is, heeft God als het op moraliteit aankomt? Voor hem zijn Gods geboden er om ons te helpen in te zien wat feitelijk goed en fout is, in plaats van te bepalen wat goed en fout is. Dat wil zeggen, Aquinas kiest voor de eerste optie in het Euthyphro dilemma zoals hierboven gesteld. Maar dan rijst de voor de hand liggende vraag: als het niet Gods geboden zijn die iets goed en fout maken, wat dan wel? Valt God dan niet gewoon buiten het plaatje? Dit is waar zijn Natural Law Theory om de hoek komt kijken.

Natural Law Theory

8Aquinas’ Natural Law Theory bevat vier verschillende soorten wetten: Eeuwige Wet, Natuurwet, Menselijke Wet en Goddelijke Wet. De manier om deze vier wetten te begrijpen en hoe ze zich tot elkaar verhouden is via de Eeuwige Wet, dus kunnen we beter daar beginnen…

9Met “Eeuwige Wet”” bedoelt Aquinas Gods rationele doel en plan voor alle dingen. En omdat de Eeuwige Wet deel uitmaakt van God’s geest, heeft deze altijd bestaan, en zal deze altijd bestaan. De Eeuwige Wet is niet simpelweg iets dat God op een bepaald moment besloot op te schrijven.

10Aquinas denkt dat alles een doel heeft en een plan volgt. Hij is, net als Aristoteles, een teleoloog (de Griekse term “telos” verwijst naar wat wij een doel, doel, einddoel/or de werkelijke eindfunctie van een voorwerp zouden kunnen noemen) (zie hoofdstuk 3; niet te verwarren met een telelogische ethische theorie zoals het Utilitarisme) en gelooft dat elk voorwerp een telos heeft; de eikel heeft de telos om uit te groeien tot een eik; het oog een telos om te zien; een rat om te eten en zich voort te planten enz. (merk op dat dit verband houdt met zijn visie op seks, zie hoofdstuk 10). Als iets zijn doel/plan vervult dan volgt het de Eeuwige Wet.

11Aquinas meent dat iets goed is voor zover het zijn doel/plan vervult. Dit past bij het gezonde verstand. Een “goed” oog is een oog dat goed ziet, een eikel is goed als hij uitgroeit tot een sterke eik.

12Maar hoe zit het dan met mensen? Net zoals een goed oog is om te zien, en een goede eikel is om te groeien, is een goed mens om…? Is om wat? Hoe gaan we deze zin afmaken? Wat denk jij?

13Aquinas denkt dat het antwoord de rede is en dat die ons onderscheidt van ratten en rotsen. Wat goed is voor mij en jou als mens is te handelen volgens de rede. Als we handelen volgens de rede, dan nemen we deel aan de Natuurwet.

14Als we allemaal volgens de rede handelen, dan zullen we het allemaal eens zijn met een aantal overkoepelende algemene regels (wat Aquino de primaire leefregels noemt). Deze zijn absoluut en bindend voor alle rationele agenten en daarom verwerpt Aquinas het relativisme.

15Het eerste primaire voorschrift is dat het goede moet worden nagestreefd en gedaan en het kwade moet worden vermeden. Hij meent dat dit het leidende principe is voor al onze besluitvorming.

16Voordat we hier verder op ingaan, is het de moeite waard om iets te verduidelijken over wat “wet” betekent. Stel je voor dat we Cluedo spelen en we proberen de identiteit van de moordenaar te achterhalen. Er zijn bepaalde regels over hoe je je op het bord beweegt, hoe je kaarten uitdeelt, hoe je de moordenaar onthult enz. Deze regels staan allemaal op papier en kunnen worden geraadpleegd.

17Bij het spelen van het spel zijn er echter andere regels die zo vanzelfsprekend zijn dat ze niet opgeschreven of uitgesproken worden. Een van die regels is dat een bewering in het spel niet zowel waar als onwaar kan zijn; als Professor Plum de moordenaar is, dan kan het niet waar zijn dat het niet Professor Plum is die de moordenaar is. Dit zijn interne regels die elk rationeel mens kan herkennen door gewoon na te denken en ze zijn niet extern zoals de andere regels – zoals dat je maar één keer kunt raden naar de identiteit van de moordenaar. Wanneer Aquinas het over natuurwetten heeft, bedoelt hij interne regels en geen externe.

18De natuurwet genereert geen externe verzameling regels die voor ons opgeschreven zijn om te raadplegen, maar genereert veeleer algemene regels die elke rationele persoon kan gaan herkennen, gewoon omdat hij rationeel is. Voor Aquino is het bijvoorbeeld niet zo dat we moeten nagaan of we het goede moeten nastreven en het kwade moeten vermijden, omdat dit gewoon deel uitmaakt van hoe we al over dingen denken. Aquinas geeft nog enkele voorbeelden van primaire leefregels:

  1. Bescherm en behoud het menselijk leven.
  2. Zich voort te planten en zijn nageslacht op te voeden.
  3. God kennen en aanbidden.
  4. Leef in een samenleving.

19Deze leefregels zijn primair omdat ze voor alle mensen in alle gevallen gelden en in overeenstemming zijn met de Natuurwet.

20Aquinas introduceert ook wat hij de Menselijke Wet noemt, die aanleiding geeft tot wat hij “Secundaire Leefregels” noemt. Deze kunnen zaken omvatten als niet harder rijden dan 70 km/u op een snelweg, geen mensen ontvoeren, altijd een helm dragen als je op een fiets zit, niet inbreken op iemands bankrekening. Secundaire leefregels komen niet voort uit ons verstand, maar worden opgelegd door regeringen, groepen, clubs, genootschappen enz.

21Het is niet altijd moreel aanvaardbaar om secundaire leefregels op te volgen. Het is alleen moreel aanvaardbaar als ze in overeenstemming zijn met de natuurwet. Als dat zo is, dan moeten we ze volgen, als dat niet zo is, dan moeten we dat niet doen. Om te zien waarom, neem een voorbeeld.

22Zie het secundaire voorschrift dat “als je een vrouw bent en je woont in Saoedi-Arabië dan mag je niet autorijden”. Aquinas zou beweren dat dit secundaire voorschrift praktisch irrationeel is omdat het mensen verschillend behandelt op basis van een arbitrair verschil (geslacht). Hij zou redeneren dat als de mannen die in Saudi-Arabië aan de macht zijn werkelijk goed zouden nadenken, zij ook zouden inzien dat deze wet moreel onjuist is. Dit betekent dan weer dat Aquino zou denken dat deze menselijke wet niet in overeenstemming is met de Natuurwet. Daarom is het moreel onjuist om een wet te volgen die zegt dat mannen wel en vrouwen niet mogen autorijden. Dus hoewel het wordt voorgesteld als een secundair voorschrift, omdat het niet in overeenstemming is met de Natuurwet, is het wat Aquino een schijnbaar goed noemt. Dit in tegenstelling tot de secundaire voorschriften die in overeenstemming zijn met de Natuurwet en die hij de echte goederen noemt.

23In tegenstelling tot de primaire voorschriften is Aquinas er niet aan gebonden dat er slechts één stel secundaire voorschriften is voor alle mensen in alle situaties. Het is in overeenstemming met de denkwijze van Aquino om een wet te hebben om rechts te rijden in de VS en links in het VK omdat er geen praktische reden is om te denken dat er één juiste kant van de weg is om op te rijden.

24Het is duidelijk dat we in ons eentje niet erg goed zijn in het ontdekken van primaire leefregels en daarom denkt Aquino dat wat we zouden moeten doen is praten en interactie met mensen hebben. Om onze echte goederen te ontdekken – onze secundaire leefregels die overeenstemmen met de Natuurwet – moeten we deel uitmaken van een samenleving. Zo zouden we bijvoorbeeld kunnen denken dat “behandel Christenen als secundaire burgers” een goed secundair voorschrift is totdat we met Christenen praten en leven. Hoe meer we met anderen in de samenleving kunnen denken en praten, hoe beter, en daarom is “in de samenleving leven” zelf een primair voorschrift.

25Maar kijkend naar wat we al hebben gezegd over natuurwetten en primaire en secundaire voorschriften, zouden we kunnen denken dat er geen behoefte aan God is. Als we deze primaire leefregels kunnen leren door rationele reflectie, dan valt God gewoon uit het verhaal (denk aan het Euthyphro dilemma hierboven).

26Om het verhaal nog eens samen te vatten: er zijn veel bewegende delen in het verhaal. We hebben nu de Eeuwige Wet (Gods plannen voor alle dingen), Natuurlijke Wetten (ons deelhebben aan de Eeuwige Wet die leidt tot primaire leefregels), Menselijke Wetten (mensen die specifieke wetten maken om de waarheden van de Natuurlijke Wetten vast te leggen die leiden tot secundaire leefregels) en nu introduceert Aquinas tenslotte de Goddelijke Wet.

27De Goddelijke Wet, die wordt ontdekt door openbaring, moet worden gezien als het Goddelijke equivalent van de Menselijke Wet (wetten die worden ontdekt door rationele reflectie en die door mensen worden gemaakt). Goddelijke wetten zijn die welke God in Zijn genade geschikt heeft geacht ons te geven en zijn die “geheimenissen”, die door God gegeven regels die wij in de Schrift vinden; bijvoorbeeld de tien geboden. Maar waarom überhaupt de Goddelijke Wet invoeren? Het lijkt er zeker op dat we genoeg wetten hebben. Hier is een verhaal om het antwoord van Aquinas te illustreren.

28Een aantal jaren geleden sprak ik met een predikant van een kerk. Hij vertelde me over een geval waarin een getrouwde man hem om raad kwam vragen over de vraag of hij een affaire die hij had moest beëindigen. De man redeneerde als volgt: “Ik heb een verhouding die zo goed voelt, we zijn allebei erg verliefd en God zou zeker het beste voor mij willen! Hoe kan het verkeerd zijn als we zo gelukkig zijn?”

29 In antwoord daarop opende de dominee de Bijbel met de Tien Geboden en wees op het gebod dat zegt dat het verkeerd is om overspel te plegen. Zaak gesloten. Het punt van dit verhaal is eenvoudig. Wij kunnen verward zijn en ons vergissen over wat wij denken dat de meeste reden heeft om te doen en daarom hebben wij iemand nodig die werkelijk de gedachten van God kent om ons te leiden, en wie kan dat beter weten dan God zelf. Dit is dan precies wat in de Goddelijke Wet wordt geopenbaard.

30Of beschouw een ander voorbeeld. Wij erkennen dat wij het moeilijk vinden om onze vrienden te vergeven en bijna altijd onmogelijk om onze vijanden te vergeven. We zeggen tegen onszelf dat we het recht hebben boos te zijn, wrok te koesteren, enz. Is dit niet gewoon menselijk? Maar deze menselijke redenen zijn verdraaiingen van de Eeuwige Wet. We hebben enige leiding nodig als het gaat om vergeving en het is de Goddelijke Wet die ons vertelt dat we anderen moeten vergeven – inclusief onze vijanden. Het volgen van de Menselijke Wetten en de Goddelijke Wetten zal ons helpen onze doelen en plannen te vervullen en werkelijk gelukkig te zijn.

Samenvatting van Aquinas’ Natuurwettheorie

31Voor Aquino heeft alles een functie (een telos) en het goede (de goede dingen) om te doen zijn die daden die die functie vervullen. Sommige dingen, zoals eikels, en ogen, doen dat gewoon van nature. De mens is echter vrij en heeft dus begeleiding nodig om de juiste weg te vinden. Dat juiste pad wordt gevonden door te redeneren en genereert de “interne” Natuurwet. Door de natuurwet te volgen nemen we deel aan Gods doel voor ons in de Eeuwige Wet.

32De primaire leefregels die uit de natuurwet voortvloeien zijn echter vrij algemeen, zoals, streef het goede na en schuw het kwade. Dus moeten we secundaire leefregels opstellen die ons dagelijks gedrag daadwerkelijk kunnen sturen. Maar we zijn feilbaar, dus soms hebben we deze secundaire leefregels fout, soms hebben we ze goed. Als ze fout zijn, weerspiegelen ze alleen onze schijnbare goederen. Als ze juist zijn, weerspiegelen ze onze werkelijke goederen.

33Ten slotte kunnen we, hoe goed we ook zijn omdat we eindig en zondig zijn, met rationele reflectie alleen maar zo ver komen. We hebben een geopenbaarde leiding nodig en die komt in de vorm van de Goddelijke Wet. Dus om terug te keren naar het Euthyphro dilemma. God’s geboden door middel van de Goddelijke Wet zijn manieren om te verhelderen wat in feite moreel aanvaardbaar is en niet wat bepaalt wat moreel aanvaardbaar is. Aquinas verwerpt de Goddelijke Gebodstheorie.

Het in Praktijk brengen: De Doctrine van het Dubbele Effect (DDE)

34Laten we eens een paar voorbeelden bekijken om te laten zien dat wat we tot nu toe gezegd hebben ook werkelijk zou kunnen werken. Stel je iemand voor die zelfmoord overweegt. Is dit moreel aanvaardbaar of niet? Bedenk dat het deel uitmaakt van de natuurwet om menselijk leven te behouden en te beschermen. Het is duidelijk dat zelfmoord niet het behouden en beschermen van menselijk leven is. Daarom is het irrationeel om jezelf te doden en kan het geen deel uitmaken van Gods plan voor ons leven; daarom is het moreel onaanvaardbaar.

35Stel je voor dat iemand overweegt een abortus te laten plegen nadat hij of zij zwanger is geraakt door verkrachting. Dezelfde redenering zal gelden. We moeten het menselijk leven behouden en beschermen en daarom is abortus in dit geval moreel verkeerd.

36 Maar zoals we zullen zien, meent Aquinas dat er gevallen zijn waarin het moreel aanvaardbaar is om een onschuldig persoon te doden en daarom kunnen er gevallen zijn waarin het moreel aanvaardbaar is om een fœtus te doden. Maar hoe kan dit juist zijn? Zal dit niet in strijd zijn met het primaire voorschrift over het behoud van leven? Het antwoord is te begrijpen dat voor Aquino een handeling niet alleen gaat over wat we uiterlijk doen, maar ook over wat we innerlijk doen (d.w.z. onze beweegredenen). Met dit onderscheid kan hij laten zien dat, bijvoorbeeld, het doden van een onschuldige moreel aanvaardbaar kan zijn.

37Om dit duidelijk te maken introduceert Aquinas een van zijn beroemdste ideeën: de “Doctrine van het Dubbele Effect”. Laten we eens kijken hoe dit werkt.

Stel je een kind voor dat opgroeit in een fysiek, seksueel en emotioneel mishandelend gezin. Hij vreest vaak voor zijn leven en zit dagen achtereen in huis opgesloten. Op een dag als zijn vader dronken is en klaar om hem weer te mishandelen pakt hij snel een keukenmes en snijdt zijn vaders slagader door. Zijn vader bloedt leeg en sterft binnen een paar minuten. Denkt u dat de zoon iets verkeerd heeft gedaan?

38Velen zullen zeggen dat hij moreel niets verkeerd heeft gedaan en sommigen zullen zelfs zeggen dat hij een schouderklopje zou moeten krijgen voor zijn daden. Hoe zit het met Aquinas? Wat zou hij zeggen?

39We zouden kunnen denken dat hij, gezien de Natuurwet om “het leven te behouden en te beschermen”, zou zeggen dat deze actie moreel verkeerd is. Maar in feite zou hij zeggen dat de actie van de zoon niet moreel verkeerd was (Aquinas bespreekt zelfverdediging in de Summa Theologica (II-II, Qu. 64)).

40Waarom is het doden van de vader door de zoon dan niet in directe tegenspraak met het primaire voorschrift? Aquinas vraagt ons om het verschil te overwegen tussen de uiterlijke daad – het feit dat de vader gedood werd, en de inwendige daad – het motief.

41In ons voorbeeld is de daad er een van zelfverdediging vanwege de inwendige daad van de zoon en op grond daarvan zou Aquinas de moord moreel aanvaardbaar vinden. Dit onderscheid en deze conclusie zijn mogelijk vanwege Aquinas’ Doctrine van het Dubbele Effect, die stelt dat als een handeling aan vier voorwaarden voldoet, deze moreel aanvaardbaar is. Zo niet, dan is het dat niet.

  1. Het eerste principe is dat de daad een goede daad moet zijn.
  2. Het tweede principe is dat de daad voor de gevolgen moet komen.
  3. Het derde is dat de intentie goed moet zijn.
  4. Het vierde, het moet om serieuze redenen zijn.

42Dit is abstract, dus laten we teruggaan naar ons voorbeeld. De daad van de zoon werd verricht om zijn eigen leven te redden dus dat is goed – we kunnen (1) aanvinken. Bovendien kwam de daad om zijn leven te redden eerst tot stand – we kunnen (2) aankruisen. De zoon heeft niet eerst gehandeld om zijn vader te doden om zijn eigen leven te redden. Dat zou kwaad doen om goed te bewerkstelligen en dat is nooit moreel aanvaardbaar. De bedoeling van de zoon was om zijn leven te behouden en te beschermen, dus de bedoeling was goed – vinkje (3). Tenslotte waren de redenen ernstig, want het ging om zijn leven of dat van zijn vader – vinkje (4).

43Dus gezien het feit dat de daad aan alle vier de beginselen voldoet, is hij in overeenstemming met het DDE en dus is de daad moreel aanvaardbaar, ook al heeft hij iemand het leven gekost en lijkt hij dus in strijd met het primaire voorschrift van het behoud van leven.

44We kunnen een contrasterend geval schetsen. Stelt u zich voor dat de zoon, in plaats van zijn vader uit zelfverdediging neer te slaan, de moord plant. Hij bedenkt de beste tijd, de beste dag en plaatst dan een struikeldraad waardoor zijn vader uit het raam van zijn flat valt en de dood vindt. Voldoet deze actie aan de vier criteria van de DDE? Wel, nee, want de bedoeling van de zoon is om de vader te doden in plaats van zijn eigen leven te redden – we moeten een kruisje zetten bij (3).

45We hebben al gezien dat zelfmoord voor Aquino moreel ontoelaatbaar is, dus betekent dat dat elke handeling die je bewust tot je eigen dood leidt moreel verkeerd is? Nee. Want ook al is de uiterlijke handeling van je eigen dood dezelfde, de innerlijke handeling – de intentie – kan anders zijn. Een handeling wordt zowel uitwendig als inwendig via de natuurwet beoordeeld.

46Stel je een geval voor waarin een soldaat een granaat in haar kazerne gegooid ziet worden. Wetende dat zij geen tijd heeft om hem onschadelijk te maken of weg te gooien, werpt zij zich op de granaat. De granaat ontploft en doodt haar, maar redt andere soldaten in haar barak. Is dit verkeerd of juist? Volgens Aquino is dit moreel aanvaardbaar gezien DDE. Als we deze daad zowel innerlijk als uiterlijk beoordelen, zullen we zien waarom.

47De intentie – de innerlijke daad – was niet om zichzelf te doden, ook al kon ze voorzien dat dit zeker zou gaan gebeuren. De daad zelf is goed, om haar medesoldaten te redden (1). De volgorde is goed, ze doet geen kwaad zodat het goede zal gebeuren (2). De intentie is goed, het is om haar medesoldaten te redden (3). De reden is ernstig, het gaat om mensenlevens (4).

48Contrasteer dit met een soldaat die besluit zichzelf van het leven te beroven door zichzelf op te blazen. De intentie is niet goed en daarom staat de DDE deze suïcidale actie niet toe.

49Stelt u zich ten slotte eens voor dat een vrouw zwanger is en tevens inoperabele baarmoederkanker heeft. De artsen hebben twee keuzes: de baarmoeder verwijderen en de moeder redden, maar de fœtus zal sterven; of de fœtus zich laten ontwikkelen en gezond geboren laten worden, maar de vrouw zal sterven. Wat zou Aquinas in dit geval zeggen? Gebruik makend van de DDE zou hij zeggen dat het moreel aanvaardbaar is om de kanker te verwijderen.

50De actie is het verwijderen van de kanker; het heeft de voorzienbare gevolgen dat de fœtus sterft, maar dat is niet de bedoeling. De handeling – het verwijderen van de kanker – is goed (1). De handeling van het verwijderen van de kanker gaat vooraf aan de dood van de fœtus (2). De intentie om het leven van de vrouw te redden is ook goed (3). Tenslotte zijn de redenen ernstig omdat ze betrekking hebben op het leven en de dood van de vrouw en de fœtus (4).

51Dus ook al is dit een geval waarin de handelingen van de arts de dood van de fœtus tot gevolg hebben, toch zou het aanvaardbaar zijn voor Aquinas via zijn Natural Law Theory, zoals wordt aangetoond via de DDE.

Some Thoughts about Natural Law Theory

52Er zijn veel dingen die we zouden kunnen overwegen wanneer we Aquinas’ Natural Law Theory doordenken. Er zijn een aantal voor de hand liggende problemen die we kunnen opwerpen, zoals het probleem of God wel of niet bestaat. Als God niet bestaat, dan bestaat de Eeuwige Wet ook niet en dan valt de hele theorie in duigen. Als goede filosofen zouden wij echter altijd moeten werken met een beginsel van naastenliefde en onze tegenstander rationeel moeten achten en de sterkst mogelijke interpretatie van hun argument moeten geven. Dus, laten we omwille van het argument aannemen dat God bestaat. Hoe aannemelijk is de theorie van Aquino? Er zijn een aantal dingen die we kunnen oppakken.

53Aquinas theorie werkt op het idee dat als iets “natuurlijk” is, dat wil zeggen, als het zijn functie vervult, dan is het moreel aanvaardbaar, maar er zijn een aantal onbeantwoorde vragen met betrekking tot natuurlijk.

54We zouden ons kunnen afvragen, waarom doet “natuurlijk” ertoe? We kunnen dingen bedenken die niet “natuurlijk” zijn maar die volkomen aanvaardbaar zijn, en dingen die natuurlijk zijn maar dat niet zijn. Bijvoorbeeld, het dragen van kleren, het nemen van medicijnen en body piercing zijn zeker niet natuurlijk, maar we zouden niet willen zeggen dat zulke dingen moreel verkeerd zijn.

55 Aan de andere kant zouden we kunnen vinden dat geweld een natuurlijke reactie is op een ontrouwe partner, maar ook vinden dat zulk geweld moreel onaanvaardbaar is. Het is dus niet zo dat we kunnen ontdekken wat moreel aanvaardbaar is of niet, simpelweg door te ontdekken wat natuurlijk is en wat niet.

56Laat deze zorg buiten beschouwing. Herinner je dat Aquinas denkt dat voortplanting natuurlijk is en dat voortplanting dus moreel aanvaardbaar is. Dit betekent dat seks die niet tot voortplanting leidt moreel onaanvaardbaar is. Merk op dat Aquinas niet zegt dat als seks niet tot een zwangerschap leidt, het verkeerd is. Immers, soms is de timing niet goed. Zijn bewering is eerder dat als er geen mogelijkheid is dat seks tot een zwangerschap leidt, het verkeerd is. Maar zelfs met deze kwalificatie zou dit betekenen dat een heleboel dingen, zoals homoseksualiteit en anticonceptie, moreel verkeerd zijn. We zouden dit kunnen opvatten als een reden om het morele raamwerk van Aquino te heroverwegen (we bespreken deze ogenschijnlijke problemen meer in detail in Hoofdstuk 10).

57Er is echter een meer fundamentele zorg in het hart van deze benadering (en die van Aristoteles) van de ethiek. Namelijk, zij denken dat alles een doel (telos) heeft. Nu, voor sommige dingen zou dit aannemelijk kunnen zijn. Dingen als het oog of een eikel hebben een duidelijke functie – om te groeien, om te zien – maar hoe zit het met mensen? Dit lijkt een beetje minder voor de hand liggend! Hebben mensen (in plaats van onze afzonderlijke delen) werkelijk een telos? Er zijn zeker filosofen – zoals de existentialisten, bijvoorbeeld Simone de Beauvoir (1908-1986) – die denken dat er niet zoiets bestaat als de menselijke natuur en dat er niet zoiets bestaat als een menselijke functie of doel. Maar als we er niet van overtuigd zijn dat mensen een doel hebben, dan lijkt deze hele benadering van ethiek gebrekkig.

58Daarnaast zouden we vragen kunnen stellen over DDE. Ga terug naar ons voorbeeld over abortus. Voor Aquino is het moreel aanvaardbaar om de baarmoeder te verwijderen, zelfs als we weten dat de fœtus daarbij zal sterven. Wat niet moreel aanvaardbaar is, is de intentie om de fœtus te doden door de baarmoeder te verwijderen. Op het eerste gezicht lijkt dit logisch; we hebben een intuïtief gevoel voor wat DDE wil zeggen. Maar als we er dieper op ingaan, is het verre van duidelijk.

59 Stel je twee artsen voor die (ogenschijnlijk) precies hetzelfde doen, ze verwijderen allebei de baarmoeder en de fœtus sterft. De een wil de baarmoeder verwijderen – in het volle besef dat de fœtus zal sterven – de ander wil de fœtus doden. Opdat de DDE zou werken op de manier zoals Aquino het opvat, maakt dit verschil in intentie het morele verschil tussen de twee dokters. Maar is er werkelijk een moreel verschil? Om druk uit te oefenen op het antwoord dat dat zo is, vraag je jezelf af wat je denkt dat het betekent om van plan te zijn iets te doen. Als de eerste arts zegt “Ik had niet de bedoeling de fœtus te doden”, kunnen we dat dan begrijpen? Immers, als u haar zou vragen “wist u dat door het verwijderen van de baarmoeder de fœtus zou sterven?” dan zou zij zeggen “ja, natuurlijk”. Maar als zij dit deed en de fœtus stierf, was het dan niet haar bedoeling (in zekere zin) om de fœtus te doden? Deze kwestie roept dus een aantal ingewikkelde vragen op over de aard van de geest, en hoe we bedoelingen zouden kunnen begrijpen.

60Ten slotte kunnen we ons afvragen hoe gemakkelijk het is om uit te vinden wat we eigenlijk moeten doen met behulp van de natuurwet. We zouden hopen dat onze morele theorie ons richting geeft bij het leiden van ons leven. Dat, zouden we kunnen denken, is precies de rol van een morele theorie. Maar hoe zou die in dit geval kunnen werken?

61Voor Aquino geldt dat als we rationeel nadenken, we tot de juiste handelwijze komen. Als dit in overeenstemming is met de Natuurwet en de Goddelijke Wet, dan is het moreel aanvaardbaar. Als het niet in overeenstemming is, dan is het dat niet. De veronderstelling is dat hoe meer we denken, hoe rationeler we worden, hoe meer convergentie er zal zijn. We zullen allemaal dezelfde opvattingen krijgen over wat goed en fout is. Maar is dit te optimistisch? Heel vaak, zelfs na uitvoerige reflectie en koele beraadslaging met vrienden en collega’s, is het voor ons niet duidelijk wat wij als rationele agenten moeten doen. We kennen allemaal mensen waarvan we denken dat ze rationeel zijn, maar we zijn het niet met hen eens over morele kwesties. En zelfs op duidelijk rationele gebieden, zoals wiskunde, kunnen de beste wiskundigen het niet eens worden. We kunnen dan sceptisch zijn dat we als rationele agenten op één lijn komen te staan met de Natuurlijke en Goddelijke Wetten.

SAMENVATTING
Aquinas is een intellectuele reus. Hij heeft ongelooflijk veel geschreven over een breed scala van onderwerpen. Zijn invloed is immens geweest. Zijn centrale idee is dat mensen door God geschapen zijn om te redeneren – dat is onze functie. Mensen doen het moreel juiste als we handelen in overeenstemming met de rede, en het moreel verkeerde als we dat niet doen.
Aquinas is een ongelooflijk subtiel en complex denker. Zijn Doctrine van het Dubbele Effect doet ons bijvoorbeeld nadenken over wat we eigenlijk bedoelen met “handelingen”, “bedoelingen” en “gevolgen”. Zijn werk wordt nog steeds veel besproken en onderzocht en speelt typisch nog steeds een centrale rol in een Christelijke Ethiek die de Goddelijke Gebodstheorie afwijst.

KOMMONDERDE STUDENTEN MISTAKES

  • Dachten dat Aquinas een Goddelijke Gebodstheoreticus is.
  • Denken dat de Eeuwige Wet iets is dat God besloot te schrijven.
  • Denken dat Natuurwetten wetenschappelijke wetten zijn – b.v. de wet van de thermodynamica.
  • Denken dat alle “wetten” absoluut zijn.
  • Dacht dat het altijd moreel van ons verlangd wordt om secundaire leefregels te volgen.
  • Dacht dat Aquinas er aan vasthoudt dat er slechts één stel secundaire leefregels is voor alle mensen in alle situaties.

ISSUES TE OVERWEGEN

  1. Als God bestaat, wat – als er al iets is – heeft dat volgens jou dan te maken met wat goed en fout is?
  2. We zouden het dilemma van de “willekeur” kunnen beantwoorden door Gods natuur aan te halen. Waarom zou dit antwoord problematisch kunnen zijn?
  3. Wat is de Eeuwige Wet?
  4. Wat zijn Natuurwetten en primaire leefregels?
  5. Wat zijn Menselijke Wetten en Secundaire Leefregels?
  6. Wat zijn Goddelijke Wetten?
  7. Zoals een goed oog is om te zien, en een goede eikel is om te groeien, zo is een goed mens om…? Is om wat? Hoe gaan we deze zin afmaken?
  8. Mensen hebben het vaak over wat “natuurlijk” is? Wat denk je dat ze daarmee bedoelen? Hoe nuttig is het begrip “natuurlijk” in een morele theorie?
  9. Denk aan een beschrijvende bewering. Denk aan een voorschrijvende bewering. Waarom zou het problematisch kunnen zijn om van de een naar de ander te gaan?
  10. Als mensen lang genoeg zouden nadenken, denk je dan dat er convergentie zou zijn over wat moreel goed en fout is?
  11. Wat is de Doctrine van het dubbele effect?
  12. Wat is het verschil – als er al iets is – tussen het voornemen om een bepaald doel te bereiken en handelen als je weet dat je handeling dat doel zal bereiken?

KERNTERMINOLOGIE
Aanzienlijke goederen
A priori
A posteriori
Eeuwig recht
Uitwendige daden
Natuurlijk recht
Eerlijke voorschriften
Eerlijke goederen
Tweede voorschriften
Inwendige daden
Doctrine van het dubbele effect

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.