Het volgende artikel is gebaseerd op materiaal van het Family Community Leadership programma van de Cooperative Extension Service. Verderop in dit nummer staat een interview met de coördinator van FCL in de staat Washington, Ardis Young, waarin meer details worden gegeven over dit opmerkelijke programma voor leiderschapstraining.
Nadat we ons verwijderen van de eenvoudige maar starre autoritaire patronen van het tijdperk van het keizerrijk, moeten we ons begrip van hoe we kunnen samenwerken op manieren die gebruik maken van het volledige menselijke potentieel onder ons, verfijnen en verrijken. Een van de nuttigste inzichten om dit te doen is te beseffen dat “leiderschap” niet een eenvoudige eigenschap is van één persoon (“de leider”), maar veeleer een rijke en diverse reeks rollen is die vaak door vele mensen binnen een gezonde groep worden gedeeld. We kunnen leiderschap beschouwen als alles wat de groep vooruit helpt.
Om dit nader te omschrijven, is het nuttig onderscheid te maken tussen leiderschapsrollen die de groep helpen haar taak te volbrengen, en rollen die de groep helpen zichzelf als groep op te bouwen en in stand te houden:
Taakrollen
De INITIATOR stelt de groep nieuwe ideeën voor of stelt ze voor. Hij/zij biedt een nieuw gezichtspunt betreffende problemen, procedures, doelen of oplossingen.
De INFORMATIEZOEKER vraagt om verduidelijking van gedane suggesties in termen van hun feitelijke geschiktheid, om gezaghebbende informatie en feiten die relevant zijn voor het besproken probleem.
De OPINIEHOUDER vraagt in de eerste plaats om een verduidelijking van waarden die verband houden met wat de groep onderneemt of waarden die betrokken zijn bij verschillende suggesties die zijn gedaan.
De INFORMATIEVERSTREKKER biedt feiten of generalisaties aan die “gezaghebbend” zijn of vertelt zijn eigen ervaring die verband houdt met het groepsprobleem.
De OPINIEVERSTREKKER verklaart zijn/haar overtuiging die verband houdt met een gedane suggestie. De nadruk ligt op wat hij/zij gelooft dat de visie van de groep op relevante waarden zou moeten zijn, niet in de eerste plaats op relevante feiten of informatie.
De ELABORATOR verwoordt suggesties in termen van voorbeelden of ontwikkelde betekenissen, biedt een motivering voor eerder gedane suggesties, en probeert af te leiden hoe een idee of suggestie zou uitwerken als het in de eerste plaats op basis van relevante feiten of informatie zou worden aangenomen.
De COÖRDINATOR toont of verduidelijkt de relaties tussen verschillende ideeën en suggesties, probeert ideeën en suggesties samen te trekken of probeert de activiteiten van verschillende leden van subgroepen te coördineren.
De ENERGISATOR zet de groep aan tot actie of een beslissing, probeert de groep te stimuleren of op te wekken tot “grotere” of “hoogwaardiger” activiteit.
De PROCEDURELE TECHNICUS versnelt de groepsbeweging door dingen voor de groep te doen, b.v. materiaal uitdelen of stoelen klaarzetten.
De OPNAMER schrijft suggesties op, maakt een verslag van de groepsbeslissingen, of schrijft het resultaat van de discussie op. De recorder vervult de rol van “groepsgeheugen.”
Onderhoudsrollen
De ENCOURAGER prijst, stemt in met en aanvaardt de bijdrage van de anderen. Hij/zij geeft blijk van warmte en solidariteit in zijn/haar houding ten opzichte van andere groepsleden, biedt lof en prijs en geeft op verschillende manieren blijk van begrip en acceptatie van andere standpunten, ideeën en suggesties.
De HARMONISATOR bemiddelt bij meningsverschillen tussen andere leden, probeert meningsverschillen te verzoenen, verlicht spanning in conflictsituaties door middel van goedmoedige grappen, een sussende houding, enz.
De COMPROMISATOR opereert vanuit een conflict waarin zijn/haar idee of standpunt een rol speelt. Hij/zij kan een compromis aanbieden door status toe te geven, zijn/haar fout toe te geven, door zichzelf te disciplineren om de harmonie in de groep te bewaren, of door “halverwege te komen” in het meegaan met de groep.
De POORTHOUDER bespoedigt pogingen om communicatiekanalen open te houden door de deelname van anderen aan te moedigen of te vergemakkelijken (“we hebben de ideeën van Mr. X nog niet,” enz.) of door regulering van de communicatiestroom voor te stellen (“waarom beperken we de lengte van onze bijdragen niet, zodat iedereen een kans krijgt om bij te dragen?” enz.)
De STANDAARDZETTER geeft uitdrukking aan normen voor de groep. Deze normen zijn van toepassing op de kwaliteit van het groepsproces, of stellen grenzen aan aanvaardbaar individueel gedrag binnen de groep.
De GROEPSWAARNEMER houdt gegevens bij over diverse aspecten van het groepsproces en voedt dergelijke gegevens met voorgestelde interpretaties in de evaluatie door de groep van zijn eigen procedures.
De SAMENVATTER bepaalt de positie van de groep ten opzichte van haar doelen door samen te vatten wat er is gebeurd, wijst op afwijkingen van overeengekomen richtingen of doelen, of werpt vragen op over de richting die de groepsdiscussie neemt.
De REALITEITSTESTER onderwerpt de prestaties van de groep aan een of andere norm of reeks normen van groepsfunctioneren in de context van de groepstaak. Zo kan hij/zij de “uitvoerbaarheid”, de “logica”, de “feiten” of de “procedure” van de suggestie of van één of andere eenheid van groepsdiscussie evalueren of in vraag stellen.
Elke van deze rollen maakt deel uit van het leiderschapsproces. Welke rollen een persoon speelt hangt af van zijn/haar capaciteiten, persoonlijkheid en voorkeuren. Sommigen kunnen meer dan één rol vervullen, tegelijkertijd of over een periode van tijd. Er kan één persoon zijn die verschillende van deze rollen vervult en beschouwd wordt als de “leider” van de groep, maar zonder de leiderschapsbijdragen van anderen in de groep, zou de groep minder effectief functioneren, als ze al zou functioneren. Rollen worden ook vaak gedeeld, met bijvoorbeeld veel mensen die dienen als initiatiefnemers of aanmoedigers.
Als we leiderschap op deze manier bekijken, kunnen we zien dat het geen beperkt of exclusief bezit is. Integendeel, hoe meer leiderschapscapaciteit en -uitdrukking binnen een groep, hoe effectiever en levendiger de groep zal zijn. Wanneer leiderschap wordt gezien als een geheel van elkaar versterkende rollen, geldt: hoe beter jouw leiderschap wordt, hoe meer mijn leiderschap bekrachtigd en aangemoedigd wordt.
Als we de rollen die we elk in de groepsprocessen spelen duidelijker in kaart brengen, kunnen we onze individuele sterke punten in het totale patroon zien. De uitdaging is dat ieder zoveel verschillende rollen op zich neemt als passend is bij de behoefte van de groep in de verschillende fasen van zijn beweging naar het bereiken van zijn doelen.
Blokkerende rollen
De leden van een groep hebben uiteraard hun eigen individuele verlangens, behoeften en agenda’s, waarvan sommige in harmonie kunnen zijn met het doel van de groep en andere niet. In elk geval moeten deze worden herkend en aangepakt, en ofwel expliciet in het groepsproces worden gebracht, ofwel bewust terzijde worden geschoven. Het negeren of onderdrukken van deze behoeften leidt vaak tot frustratie, zowel van het individu als van de groep. Deze frustratie uit zich dikwijls in gedragingen die de neiging hebben het effectief functioneren van de groep te blokkeren. Bijvoorbeeld:
De AGGRESSOR kan op vele manieren te werk gaan – de status van anderen bagatelliseren, afkeuring uiten over de waarden, daden of gevoelens van anderen, de groep of het probleem waaraan zij werkt aanvallen, agressieve grappen maken, afgunst tonen ten opzichte van de bijdrage van een ander door te proberen er de eer voor op te strijken, enz.
De BLOKKER neigt tot negativisme en verzet zich hardnekkig, is het oneens en verzet zich zonder of voorbij “reden” en probeert een kwestie te handhaven of terug te brengen nadat de groep het heeft verworpen of gepasseerd.
De RECOGNITIE-ZEKER werkt op verschillende manieren om de aandacht op zichzelf te vestigen, hetzij door op te scheppen, verslag te doen van persoonlijke prestaties, op ongebruikelijke manieren te handelen, te worstelen om te voorkomen dat hij/zij in een “minderwaardige” positie wordt geplaatst, enz.
De PLAYBOY-PLAYGIRL geeft blijk van zijn/haar gebrek aan betrokkenheid bij de processen van de groep. Dit kan de vorm aannemen van cynisme, nonchalance, kattekwaad, en andere min of meer bestudeerde vormen van “buiten-het-veld” gedrag.
De DOMINATOR probeert gezag of superioriteit te doen gelden bij het manipuleren van de groep of bepaalde leden van de groep. Deze overheersing kan de vorm aannemen van vleierij, van het doen gelden van een superieure status of recht op aandacht, het op autoritaire wijze geven van aanwijzingen, het onderbreken van de bijdragen van anderen, enz.
De HELP-ZIENER probeert een “sympathie” reactie van andere groepsleden of van de hele groep op te roepen, hetzij door uitingen van onzekerheid, persoonlijke verwarring of afwaardering van zichzelf buiten “rede.”
De SPECIALE BELANGENPLEZIER spreekt voor de “kleine zakenman”, de “basis” gemeenschap, de huisvrouw, “arbeid,” enz.., meestal verbergt hij/zij zijn/haar eigen vooroordelen in het stereotype dat het best past bij zijn/haar individuele behoeften.
Wat kan er gedaan worden wanneer leden van een groep deze blokkerende rollen spelen? Ten eerste, vat het op als een boodschap dat de groep misschien niet genoeg ruimte en erkenning heeft gegeven aan normale persoonlijke agenda’s. Neem hier tijd voor, zodat individuen vrij kunnen komen om hun energie aan de groep bij te dragen. Ten tweede, terwijl het geven van deze individuele behoeften tijd, handhaven van een evenwicht. De groep als geheel moet bereid zijn om grenzen te stellen aan aanvaardbaar individueel gedrag, en om die grenzen op een rechtvaardige en gevoelige manier te handhaven. Tenslotte moet de groep bereid zijn een individu uit te sluiten wiens persoonlijke behoeften en verborgen agenda’s het hele groepsproces dreigen te verstoren en te doen ontsporen.
Het scala van rollen binnen groepen is veel rijker dan alleen “leiders” en “volgelingen”. Door onze ogen te openen voor deze diversiteit, en onze eigen capaciteiten op te rekken, kunnen we vaardigheden van groepsprocessen ontwikkelen die ons in staat stellen samen te werken op manieren die vreugdevol en versterkend zijn.