Dit algoritme voor het uitgebreide beheer van personen met type 2 diabetes (T2D) is ontwikkeld om clinici een praktische gids te bieden die rekening houdt met de gehele patiënt, zijn of haar spectrum van risico’s en complicaties, en evidence-based benaderingen voor behandeling. Het is nu duidelijk dat de progressieve pancreas betaceldefect dat de verslechtering van metabole controle in de loop van de tijd veroorzaakt vroeg begint en aanwezig kan zijn voor de diagnose van T2D (1-3). In dit document wordt niet alleen gepleit voor glycemische controle om microvasculaire complicaties te verminderen, maar wordt ook de nadruk gelegd op obesitas en prediabetes als onderliggende risicofactoren voor de ontwikkeling van T2D en de daarmee gepaard gaande macrovasculaire complicaties. Daarnaast geeft het algoritme aanbevelingen voor bloeddruk (BP) en lipidencontrole, de twee belangrijkste risicofactoren voor atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen (ASCVD).
Sinds het oorspronkelijk in 2013 werd opgesteld, is het algoritme bijgewerkt naarmate nieuwe therapieën, managementbenaderingen en belangrijke klinische gegevens naar voren kwamen. Het huidige algoritme bevat up-to-date secties over leefstijltherapie en alle klassen van obesitas, antihyperglycemische, lipidenverlagende en antihypertensieve medicijnen die door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) zijn goedgekeurd tot december 2019. Bovendien is het algoritme geformuleerd om consistent te zijn met de American Association of Clinical Endocrinologists (AACE) standpuntverklaringen over op adipositas en dysglykemie gebaseerde chronische-ziektemodellen voor vroegtijdige en duurzame preventieve zorg.
Dit algoritme is een aanvulling op de AACE en American College of Endocrinology (ACE) 2015 Clinical Practice Guidelines for Developing a Diabetes Mellitus Comprehensive Care Plan (6) en is georganiseerd in discrete secties die de volgende onderwerpen behandelen: de basisprincipes van het algoritme, leefstijltherapie, obesitas, prediabetes, beheer van hypertensie en dyslipidemie, en glucosecontrole met niet-insuline antihyperglycemische middelen en insuline. In het begeleidende algoritme is aan het eind een tabel opgenomen met een overzicht van de kenmerken van elke antihyperglycemische klasse.
LAD EXECUTIVE SUMMARYDOWNLOAD SLIDES (PPT)