Overloopincontinentie treedt op wanneer de blaas van de patiënt altijd vol is, zodat deze vaak urine lekt. Zwakke blaasspieren, waardoor de blaas onvolledig wordt geleegd, of een verstopte plasbuis kunnen dit type incontinentie veroorzaken. Autonome neuropathie ten gevolge van diabetes of andere ziekten (bv. multiple sclerose) kan de neurale signalen vanuit de blaas verminderen (waardoor de blaas te vol wordt) en kan ook de urinelozing door de detrusor verminderen (waardoor de urine kan blijven staan). Bovendien kunnen tumoren en nierstenen de urinebuis blokkeren. Ruggenmergletsels of aandoeningen van het zenuwstelsel zijn bijkomende oorzaken van overloopincontinentie. Bij mannen kan ook goedaardige prostaathyperplasie (BPH) de urinestroom beperken. Overloopincontinentie komt zelden voor bij vrouwen, hoewel ze soms wordt veroorzaakt door tumoren van vleesbomen of eierstokken. Overloopincontinentie kan ook het gevolg zijn van een verhoogde weerstand van de afvoer als gevolg van een gevorderde vaginale prolaps waardoor een “knik” in de urinebuis ontstaat, of na een antincontinentiebehandeling die het probleem te sterk heeft gecorrigeerd. Vroege symptomen zijn een aarzelende of trage urinestraal bij vrijwillig urineren. Anticholinerge en NSAID-medicijnen kunnen overloopincontinentie verergeren.