In het kunsthistorische discours van de 20e eeuw hebben critici en kunstenaars die binnen de reductieve of zuivere streng van de abstractie werken, vaak gesuggereerd dat de geometrische abstractie het toppunt vertegenwoordigt van een niet-objectieve kunstpraktijk, die noodzakelijkerwijs de nadruk legt op of de aandacht vestigt op de plasticiteit en tweedimensionaliteit van de schilderkunst als artistiek medium. Zo is gesuggereerd dat de geometrische abstractie zou kunnen fungeren als een oplossing voor problemen betreffende de noodzaak voor de modernistische schilderkunst om de illusionistische praktijken uit het verleden te verwerpen en tegelijkertijd de inherent tweedimensionale aard van het beeldvlak en het doek dat als drager fungeert aan de orde te stellen. Wassily Kandinsky, een van de voorlopers van de zuivere niet-objectieve schilderkunst, was een van de eerste moderne kunstenaars die deze geometrische benadering in zijn abstracte werk verkende. Andere voorbeelden van pionierende abstractionisten zoals Kasimir Malevich en Piet Mondriaan hebben deze benadering van abstracte schilderkunst ook omarmd. Mondriaans schilderij “Compositie nr. 10” (1939-1942) geeft duidelijk zijn radicale maar klassieke benadering weer van de constructie van horizontale en verticale lijnen, zoals Mondriaan schreef: “geconstrueerd met bewustzijn, maar niet met berekening, geleid door hoge intuïtie, en gebracht tot harmonie en ritme.”
Net zoals er zowel tweedimensionale als driedimensionale geometrieën bestaan, werd de abstracte beeldhouwkunst van de 20e eeuw natuurlijk niet minder dan de schilderkunst beïnvloed door geometriserende tendensen. Georges Vantongerloo en Max Bill, bijvoorbeeld, zijn misschien wel het bekendst om hun geometrische beeldhouwkunst, hoewel beiden ook schilders waren; en inderdaad, de idealen van geometrische abstractie komen bijna perfect tot uitdrukking in hun titels (b.v. Vantongerloo’s “Constructie in de bol”) en uitspraken (b.v. Bill’s uitspraak: “Ik ben van mening dat het mogelijk is een kunst te ontwikkelen die grotendeels op wiskundig denken is gebaseerd”). Expressionistische abstracte schilderkunst, zoals beoefend door kunstenaars als Jackson Pollock, Franz Kline, Clyfford Still, en Wols, vertegenwoordigt het tegenovergestelde van geometrische abstractie.