Er is zoveel verwarring over het onderscheid tussen bekwaamheid en prestatie. Geschiktheidstests zijn eigenlijk maatstaven voor prestatie – een complex resultaat van de interactie tussen erfelijkheid en omgevingsfactoren.
Verschil tussen prestatie- en geschiktheidstests:
1. Geschiktheid verwijst van oudsher naar het vermogen van een persoon om profijt te trekken van verdere opleiding. Prestaties hebben betrekking op de mate van bekwaamheid die iemand al heeft bereikt.
2. Aptitudemeting richt zich op de toekomst. Prestatiemeting richt zich op het verleden.
3. Geschiktheidstests zijn in de eerste plaats ontworpen om de potentiële prestatie te meten of om het niveau van toekomstige prestaties te voorspellen. Prestatie-tests worden gebruikt om de verworven bekwaamheid te meten.
4. Bekwaamheidstests richten zich op bekwaamheden die zijn verworven door algemene, informele buitenschoolse ervaringen. Prestatie-tests richten zich meer op specifieke informatie die is verkregen door het bestuderen van bepaalde schoolvakken.
5. Geschiktheidstests begonnen in het bedrijfsleven of in een industriële/organisatorische context waar een dergelijke test werd afgenomen voor de selectie van werknemers, plaatsing en beroepskeuzevoorlichting.
Werkelijkheidstests werden voornamelijk ontwikkeld in een academische context waar zij hebben gezorgd voor summatieve en formatieve evaluaties van de vorderingen van studenten.